Pijpleiding naar Rotterdam in de maak voor CO2 en waterstof
Industriebedrijven in het Duitse Rijnland en Zuid-Limburg willen over een paar jaar hun CO2 via pijpleidingen naar Rotterdam laten stromen. Ook moeten er op het traject pijpleidingen komen voor waterstof, LPG en propyleen. Grote bedrijven als Shell, RWE, thyssenkrupp, HeidelbergCement, Havenbedrijf Rotterdam en industriecomplex Chemelot zijn daar volop plannen voor aan het maken.
Ze noemen de verbindingen „dringend en essentieel”, willen industriële bedrijven hun CO2-uitstoot de komende jaren kunnen verlagen en zo kunnen voldoen aan de Europese klimaatdoelen.
Als alles volgens plan verloopt, wordt de zogenoemde Delta Corridor met de vier pijpleidingen in 2026 in gebruik genomen. Het idee is om ook andere industriegebieden, zoals dat van Moerdijk, op de leidingen aan te sluiten.
Stoffen via pijpleidingen transporteren is efficiënt. Het scheelt een hoop vervoersbewegingen, aldus de initiatiefnemers. Als de pijpleidingen er komen, krijgen industriële bedrijven die erop zijn aangesloten straks de mogelijkheid om hun afgevangen CO2 kwijt te raken. Voor de opslag van het broeikasgas in lege gasvelden onder de Noordzee loopt al langere tijd een ander grootschalig project. Dat voorziet in de aanleg van transportleidingen voor CO2 tussen de Rotterdamse haven en de gasvelden.
De waterstof die de andere kant op moet gaan stromen, wordt voor de industrie steeds belangrijker. Waterstof is schoon in het gebruik en kan bijvoorbeeld aardgas of steenkool vervangen in industriële processen. Om het op een duurzame manier te produceren is echter veel groene stroom nodig. Nu wordt veel waterstof nog met aardgas gemaakt.
Shell laat weten dat het project voor de pijpleidingen „een nieuwe fase” ingaat. Betrokken bedrijven gaan een „gedetailleerde haalbaarheidsstudie” uitvoeren, aldus de oliereus. Ze willen „nauw samenwerken” met overheden en de Europese Unie.
Het vermijden van CO2-uitstoot is niet alleen goed voor het beperken van klimaatverandering. Voor bedrijven scheelt het ook kosten. Boven een bepaalde grens moeten ze voor hun CO2-uitstoot betalen. Dat hoeven ze niet als de broeikasgassen onder de grond worden gestopt.
De EU heeft als doel om de uitstoot van broeikasgassen, die bijdragen aan de opwarming van de aarde, met 55 procent te verlagen in de jaren tot en met 2030. Emissiehandel is daar een belangrijk middel voor. De prijs van de uitstootrechten is vorig jaar sterk gestegen en zal naar verwachting nog verder omhoog gaan, omdat ieder jaar rechten uit de markt worden gehaald. Bij de huidige prijzen is het al ongeveer kostendekkend om CO2 op te slaan in plaats van uit te stoten.