„Mussert herbegraven”
Een Vlaamse nationaal-socialistische groep heeft in de jaren negentig de resten van NSB-leider Anton Mussert op een onbekende locatie in België herbegraven.
Dat beweerde een van de betrokkenen, Bert Eriksson, maandagavond in het televisieprogramma Twee Vandaag. Eriksson was in de jaren zeventig voorman van de Vlaamse Militanten Orde (VMO), een extreem rechtse organisatie die verboden is in België. Hij weigerde in het interview te zeggen waar de botten nu zijn.
„Dat geheim nemen we mee in ons graf”, zei Eriksson, een Belg die in Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) woont. J. Meyers, biograaf van Mussert, zei in de uitzending geneigd te zijn te denken dat het verhaal van Eriksson „authentiek” is.
In 1956 verdwenen de resten van Mussert hoogstwaarschijnlijk van een anonieme begraafplaats in Den Haag. Volgens Meyers staat dat vast. Waar de botten zijn gebleven, is niet bekend. Maar volgens Eriksson bleken ze jarenlang in de achtertuin te liggen van een Nederlander die in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers vocht.
Die Oostfronter benaderde Eriksson op een gegeven moment en drong erop aan het stoffelijk overschot van Mussert opnieuw te begraven in Vlaanderen. Ongeveer tien jaar geleden willigde hij die wens in. „We zijn gaan spitten en na een uur vonden we hem. Het was een ijzeren of loden cilinder”, vertelde Eriksson. Hij gaat ervan uit dat het de resten van Mussert zijn. „Aan de hand van getuigenissen, dus de brieven die in de cilinder zaten.”
Eriksson toonde in de uitzending foto’s van de cilinder en de botten. Wat er in de brieven stond, zei hij niet. „Ik kan u die toesturen. Als m’n twee kameraden akkoord zijn.” Twee Vandaag heeft de documenten tot dusver niet ontvangen.