De afgelopen weken voerde het moderamen ook al gesprekken met het hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging en het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Volgens SoW-scriba dr. B. Plaisier heeft het moderamen er behoefte aan „de modalitaire groepen” te ontmoeten. Met het CGB voerde het triomoderamen nooit eerder een gesprek.

Vertegenwoordigers van de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden, van ”Op goed gerucht” en van het Evangelisch Werkverband gaan de komende tijd ook nog op bezoek in Utrecht. Aan ”Het Gekrookte Riet” is in dit verband nog niet gedacht, aldus dr. Plaisier, omdat dat zich niet zozeer als modaliteit presenteert. „We hebben de grotere groepen uitgenodigd.” Met het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk had het moderamen vorig jaar al enkele ontmoetingen.

Wat de besproken voorstellen behelzen mag nu nog niet naar buiten komen, deelt ds. A. S. Rienstra desgevraagd mee. De secretaris van het CGB is wel ingenomen met het feit dat zijn organisatie vooraf is ingelicht over de plannen. „Dat is nooit eerder gebeurd.” In ander verband is al gemeld dat er volgende week een mededeling komt over het tijdpad voor het vervolg van SoW. Ook werkt het moderamen aan een historisch overzicht, waaruit blijkt hoeveel keer de triosynode zich al heeft beziggehouden met de federatieoptie en dat ze deze steeds heeft afgewezen.

Volgens dr. Plaisier is maandag aan de orde geweest „waarmee we bezig zijn en de zorgen die we hebben.” Het CGB heeft volgens hem vragen gesteld over de kerkorde, het rapport ”Kerken en kerkverband” en het recht van afscheiding.

Het CGB is, aldus ds. Rienstra, in principe voor SoW. Het stelt daaraan echter wel de voorwaarde dat de plaatselijke zelfstandigheid goed wordt geregeld. „Ons standpunt over SoW hangt ervan af.”

Ook vindt het CGB dat het unievoorstel in alle geledingen van de kerk besproken behoort te worden. „We hebben mededogen met onze hervormde broeders. We willen hen onderweg niet verliezen.” Volgens dr. Plaisier is het unievoorstel in het gesprek met het CGB slechts in de marge aan de orde geweest.

De zaken die spelen, zullen binnen het geheel van het kerkordetraject aan de orde komen, aldus de SoW-scriba. In het geval van het CGB gaat het met name om het toezicht. Dat onderwerp komt in november op de triosynode aan de orde, omdat dan de ordinantietekst daarover wordt behandeld.

De secretaris van het CGB rekent erop dat de synode de plaatselijke zelfstandigheid veiligstelt. „Ze zullen niet zo dom zijn dat niet te doen. Bijna 500 van de 850 kerken hebben gereageerd. Dat gebeurt niet zo vaak. Zelfs bij Den Heyer waren het er niet zo veel.”

Een synoderapport over dit onderwerp laat overigens al maanden op zich wachten. De werkgroep kerkorde is daar nog mee aan de gang. Maar ds. Rienstra verwacht dat het op de agenda van de gereformeerde synode van 7 juni wel zal staan. Ds. Plaisier bevestigt dit voorzover het gaat om zaken die in de gereformeerde synode kunnen worden afgedaan. „De gereformeerde synode zal zich niet uitspreken over hoe het toezicht er gaat uitzien in de verenigde kerk. Dat komt in november op de triosynode.”

Mocht de synode onverhoopt niet tegemoetkomen aan de wens om de plaatselijke zelfstandigheid ook in de toekomstige SoW-kerk te behouden, dan is er een probleem, bevestigt ds. Rienstra desgevraagd. „Dan roepen we de kerken bij elkaar om te kijken wat ons dan te doen staat.”

Dr. Plaisier is zich ervan bewust dat de plaatselijke zelfstandigheid voor het CGB een aangelegen punt is. Op de vraag of het goed komt, antwoordt hij: „Wij houden altijd goede moed. In de afgelopen jaren zijn er verschillende zaken geweest waarbij je je afvroeg: Hoe moet je hier uitkomen? Dan zetten we een bepaalde lijn uit, waarvan we dachten dat die goed is voor de gemeenschappelijke kerk. In het samengaan komt een moment dat je je moet afvragen: Wat is het me waard om een verenigde kerk te worden?”