IPCC-auteur: 1 voor 12 voor klimaat, maar doelen zijn haalbaar
Klimaatonderzoeker en hoogleraar Detlef van Vuuren heeft „best wel intense dagen” achter de rug. Als een van de auteurs van het nieuwste rapport van VN-klimaatpanel IPCC volgde hij de besprekingen over de samenvatting. Die zouden eigenlijk vrijdag worden afgerond, maar sleepten voort tot zondagavond. „Er staat veel op het spel. We komen dichter bij oplossingen en daarmee worden zulke onderhandelingen ook spannender”, verklaart Van Vuuren het oponthoud.
Van alle wetenschappelijke rapporten van het IPCC worden samenvattingen voor beleidsmakers gemaakt. Die spelen vervolgens een grote rol in het wereldwijde klimaatdebat. Ze zijn makkelijker te lezen dan de dikke wetenschappelijke rapporten waar ze op zijn gebaseerd.
Over de tekst die maandag naar buiten kwam, hebben regeringsdelegaties bijna twee weken lang intensief vergaderd. Zin voor zin wordt de samenvatting besproken. Wetenschappers als Van Vuuren houden dat proces scherp in de gaten en grijpen zo nodig in. „Wij als auteurs moeten in de gaten houden dat alles dat erin staat wetenschappelijk juist is”, vertelt de klimaatexpert, die hoogleraar is aan de Universiteit Utrecht en ook al jaren werkzaam is voor het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). „Het is een continue dialoog.”
Het grote voordeel van het monnikenwerk is dat de uiteindelijke tekst door overheden op de hele wereld wordt onderschreven. „Je hoeft dan niet meer over de feiten te discussiëren”, aldus de Nederlandse klimaatkenner.
Voor Van Vuuren is de belangrijkste boodschap van het rapport waar hij aan meeschreef dat de wereld nu echt op grote schaal moet ingrijpen om de opwarming van de aarde binnen de 1,5 graad te houden. „Het is geen vijf voor twaalf meer, maar één voor twaalf.” Het goede nieuws is volgens de wetenschapper dat de in Parijs opgestelde klimaatdoelen nog haalbaar zijn. „Het rapport is heel duidelijk: de mogelijkheden zijn er. Het zal niet makkelijk zijn voor de samenleving, want er zijn belangen in het huidige systeem.”
Het IPCC wil overheden niet voorschrijven welke maatregelen ze moeten nemen, zegt Van Vuuren, maar vooral de opties beschrijven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om energiebesparing en het opwekken van veel meer energie uit hernieuwbare bron en het beter beschermen van bossen. „Meer dan ooit tevoren gaat het ook over de rol van gedrag, om de consumptiekant.” Consumenten kunnen bijvoorbeeld minder vlees eten, of vaker met het openbaar vervoer reizen. „Maar oplossingen liggen niet alleen bij de consument. De overheid moet maatregelen faciliteren. Ook aan de productiekant, dus bij bedrijven moet veel gebeuren.”
Ambitieuzer klimaatbeleid is economisch ook verstandig, zeggen Van Vuuren en zijn medeauteurs binnen het IPCC. De kosten voor alle noodzakelijke maatregelen om in 2050 klimaatneutraal te zijn, bedragen volgens hen slechts een fractie van de verwachte economische groei in dezelfde periode. „En de baten van vermeden klimaatschade staan er tegenover. Die zijn groter dan de kosten.”