Van Rij zet versoepeling fiscale regels voor start-ups toch door
De Kamer gaat dit jaar alsnog de belastingwet behandelen die regels versoepelt voor start-ups en het voor deze beginnende bedrijven makkelijker maakt werknemers aan te trekken. Dat vraagt althans verantwoordelijk staatssecretaris Marnix van Rij. De wet zou eigenlijk al dit jaar ingaan, maar de voorganger van Van Rij (Hans Vijlbrief) had de Kamer gevraagd nog even niet te stemmen over de wet, omdat de Kamer zelf en bijvoorbeeld de Raad van State grote zorgen hadden geuit.
Het gaat om een wetswijziging die vooral beginnende bedrijven (start-ups en zogenoemde scale-ups) en hun werknemers moet helpen. Start-ups betalen hun werknemers weleens in aandelenopties, bijvoorbeeld in aanvulling op een vast salaris. Dan krijgen de werknemers het recht op aandelen in het bedrijf tegen een bepaalde prijs. Over deze opties moeten werknemers belasting betalen, omdat het wel een vorm van loon is. De nieuwe wetswijziging zorgt ervoor dat werknemers meer keuzevrijheid krijgen over het moment waarop ze belasting over de opties betalen.
Start-ups hameren al lang op deze wijziging. Deze zal ze namelijk helpen talent aan te trekken, omdat het uitbetalen in aandelenopties voor de beginnende ondernemer én de werknemer aantrekkelijk is. De keuzevrijheid geeft werknemers de opties de belasting te betalen op het moment dat ze daar genoeg geld voor hebben.
De Kamer maakt zich zorgen dat ook grote bedrijven hiervan gebruik kunnen maken, terwijl de regeling eigenlijk alleen voor start-ups is bedoeld. Ook bestaat het risico dat er misbruik wordt gemaakt van de regeling, vrezen partijen, en zijn er zorgen over de uitvoering.
In reactie daarop heeft Van Rij „meerdere mogelijkheden verkend”, maar uiteindelijk besloten het voorstel niet aan te passen. Het beperken van de soepelere regels tot bijvoorbeeld bedrijven met maximaal 100 of 250 werknemers, „zal de uitvoering verder compliceren”, aldus de staatssecretaris. Daarnaast vreest hij dat bedrijven hun personeelsbestand „kunstmatig” klein houden.
Het risico op misbruik lijkt bij nader inzien ook mee te vallen, zegt Van Rij. Hij benadrukt dat het alleen maar gaat om een verschuiving van het moment waarop belasting wordt betaald: het is niet zo dat over de aandelenopties helemaal geen belasting wordt betaald. De komende tijd wordt „in de gaten” gehouden of misbruik genoeg voorkomen wordt, voegt Van Rij daaraan toe.
Als de behandeling nu verloopt zoals gepland, zal de wet vanaf 1 januari volgend jaar gelden.