Staat moet NAM miljarden betalen voor gebruik cruciale gasopslag
Het kabinet moet het gasbedrijf NAM naar verwachting zo’n 7,5 miljard euro betalen voor het gebruik van de gasopslag Norg. In die gasopslag wordt buitenlands gas opgeslagen, gemengd met stikstof. Het opslaan van niet-Gronings gas bij Norg is van groot belang voor het kabinet om ervoor te zorgen dat de gaskraan in Groningen juist sneller dicht kan.
Een zogenoemd arbitragepanel heeft geoordeeld dat het kabinet dit bedrag moet betalen voor de kosten die de NAM maakt voor de inkoop van het buitenlandse gas en de extra transportkosten. De NAM wordt daarnaast vergoed voor de inkomsten die het misloopt omdat het Norg (Drenthe) niet flexibel kan inzetten.
Hoewel het kabinet behoorlijk moet betalen, onder meer vanwege de hoge gasprijzen, is het blij dat er duidelijkheid is over de vergoeding. „Voor het kabinet geldt dat, ook met de historisch hoge gasprijzen, de veiligheid van de Groningers voorop staat”, zegt staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw. „Een snelle sluiting van het Groningenveld heeft voor het kabinet onverminderd hoge prioriteit.”
De 7,5 miljard komt voort uit een berekening van staatsbedrijf GasTerra, en dit bedrag is voorgelegd aan de arbiter. Die ging hierin mee. Het gaat wel om een schatting, „de vergoeding wordt steeds aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen”, benadrukt het verantwoordelijke ministerie van Economische Zaken en Klimaat.