Gezin essentieel voor de Nederlander
Het gezinsleven en de familie zijn essentieel voor het sociale leven van Nederlanders, alle verhalen over individualisering, scheidingen en nieuwe relatievormen ten spijt. Dat blijkt uit een onderzoek dat drie universiteiten en het demografisch instituut NIDI van 2002 tot 2004 onder meer dan 11.000 volwassenen hebben gehouden.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna zes op de tien Nederlanders na hun dertigste levensjaar getrouwd samenwonen. Bij 40–plussers gaat het om zeven op de tien. Het aantal scheidingen valt volgens de onderzoekers mee: van alle volwassenen heeft 23 procent een scheiding meegemaakt. Minder dan 3 procent heeft kinderen bij twee of meer partners. In landen als de Verenigde Staten en Engeland ligt het aantal scheidingen veel hoger. In Nederland zegt bijna een kwart van de gescheiden vaders met een nieuwe partner, dat hij zijn kind of kinderen niet meer ziet.
Bijna de helft van de Nederlanders doet mee aan familiereünies, logeerpartijen bij familieleden en gezamenlijke vakanties. Meer dan twee op de drie Nederlanders zoeken de familie op tijdens de kerstdagen. Een op de acht Nederlanders voelt zich niet of niet helemaal geaccepteerd door de familie, maar over het algemeen is de Nederlander tevreden over de familiebanden, stellen de onderzoekers.
Bovendien blijken ouders en kinderen elkaar te helpen: de helft springt bij om klusjes te doen. Ongeveer 40 procent van de kinderen helpt vader en/of moeder in de huishouding. Meer dan de helft van de volwassen kinderen zegt dat de ouders bijspringen bij het opvangen van de kleinkinderen. Broers en zussen helpen elkaar veel minder, stellen de onderzoekers.