Deze deskundigen gaan na of het mogelijk is de gezinssituatie weer te herstellen, zo kondigde minister Weerwind (Rechtsbescherming) donderdag aan.

Weerwind schrijft dat een verandering in de gezinsomstandigheden een reden kunnen zijn voor een herbeoordeling. De inschatting van de jeugdbeschermingsorganisatie die de herbeoordeling doet, blijft echter leidend en de kinderrechter blijft degene die uiteindelijk beslist. Als een kind ouder is dan twaalf kan het zelf de rechter vragen een machtiging uithuisplaatsing op te heffen.

Niet in alle situaties zal terugplaatsing mogelijk zijn, waarschuwt de bewindsman. Ook dan kan het inschakelen van het team volgens hem van meerwaarde voor de ouders zijn. „De ondersteuning ziet dan bijvoorbeeld op herstel van contact met de kinderen of op begeleiding bij het contact met de jeugdbeschermingsketen.” Weerwind schrijft ook dat het team ouders kan helpen om samen met de jeugdbescherming te ontrafelen wat vooruitlopend op een uithuisplaatsing en daarna is gebeurd.

Voor ouders die juridische stappen willen ondernemen tegen de uithuisplaatsing komt er een subsidieregeling, zegt Weerwind toe. Die maakt kosteloze rechtsbijstand mogelijk, waarbij geen vermogenstoets of inkomenstoets wordt gehanteerd en geen eigen bijdrage wordt opgelegd.

Omdat een deel van de Kamer zich afvraagt of het onderzoek dat de inspecties van de ministeries van Justitie en Veiligheid én van Volksgezondheid naar de uithuisplaatsingen doen wel onafhankelijk is, is Weerwind bereid een tweede onderzoek te laten uitvoeren. „Ik ga graag met uw Kamer in gesprek over wat aanvullend onderzocht kan worden door een in te stellen commissie”, aldus de brief.