Omtzigt: hulp aan ouders uithuisgeplaatste kinderen onvoldoende
De hulp dat het ondersteuningsteam vanaf 4 april gaat bieden aan gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire van wie kinderen op last van de rechter uit huis zijn geplaatst, is volstrekt onvoldoende. Dat vindt Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij mist concrete voorstellen tot hereniging van ouders en kinderen die nog steeds gedwongen gescheiden leven. „Het is stuitend dat een regering die over dit schandaal gevallen is, dit niet fatsoenlijk oppakt.”
Voor deze gezinnen zijn „vijf kostbare maanden verloren gegaan”, stelt Omtzigt in een reactie. Hele jonge kinderen die langer dan zes maanden uit huis zijn geplaatst, worden in principe niet meer teruggeplaatst. „Alleen al door de vertraging is de kans klein geworden dat er nog kinderen teruggeplaatst worden bij de ouders.”
Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming heeft vandaag aan de Kamer laten weten dat alle getroffen ouders zich vanaf maandag kunnen melden bij een speciaal ondersteuningsteam. Dat helpt de ouders onder meer hun zaak in kaart te brengen en vervolgstappen voor te bereiden. Gedupeerde ouders wiens kinderen door de toeslagenaffaire uit huis zijn geplaatst, kunnen ook gratis een gespecialiseerde advocaat in de arm nemen.
Voor Omtzigt, die zich van meet af aan heeft ingezet om de onderste steen van de toeslagenaffaire boven water te krijgen, samen met SP-Kamerlid Renske Leijten, is de brief van de minister geen begin van een oplossing, „maar een manier waarop het grote leed nog jarenlang zal voortduren”. PvdA-Kamerlid Attje Kuiken noemt de brief „hemeltergend en kabinet op zijn lelijkst”.