Kabinet legt opvang Oekraïners met noodrecht bij burgemeesters
Het kabinet heeft woensdag het noodrecht geactiveerd, waardoor burgemeesters formeel verantwoordelijk zijn voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Eerder kondigde staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan dat het kabinet daartoe zou besluiten als er sprake zou zijn „van buitengewone omstandigheden vanwege een zeer grote toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne”. Dat punt is bereikt. Het gaat vanaf aanstaande vrijdag in.
Het inzetten van noodrecht is niet hetzelfde als het afkondigen van de noodtoestand, benadrukte het kabinet eerder. Het zou nu vooral neerkomen op een formalisering van een werkwijze zoals die in de praktijk al gebruikt wordt. De opvang voor de Oekraïners wordt nu namelijk georganiseerd door de veiligheidsregio’s, en die vormen nu ook al een vertegenwoordiging van de burgemeesters.
Tot nu toe werden burgemeesters gevraagd om opvang te regelen. „Maar we willen het niet meer laten bij een vraag waar je ’nee’ op kan zeggen”, zegt Van der Burg. Nu wordt het een formele taak die is af te dwingen. „Wij leggen het heel nadrukkelijk bij de burgemeesters neer, omdat we te maken hebben met een noodsituatie.”
Volgens de staatssecretaris is ondanks de noodsituatie het vorderen van gebouwen voor opvang nog niet aan de orde. „Dat doen we alleen als de nood het hoogste is.”
Dat alle burgemeesters nu verantwoordelijk zijn, betekent volgens Van der Burg niet dat alle vluchtelingen gelijkmatig over de 347 gemeenten verdeeld zullen worden. Dit kunnen gemeenten in een veiligheidsregio bijvoorbeeld onderling afspreken. Ook geldt dat de burgemeesters onderling moeten regelen hoe ze de benodigde 50.000 opvangplekken gaan realiseren.
De noodwet die wordt gebruikt is de Wet verplaatsing bevolking. Die werd niet lang na de Tweede Wereldoorlog ingevoerd om „voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden” te kunnen ingrijpen. Nadat het kabinet woensdag tijdens een crisisoverleg op het ministerie van Justitie een besluit heeft genomen, moet er nog zo snel mogelijk een wetsvoorstel over dit besluit naar de Tweede Kamer gestuurd worden. Het idee van deze constructie is dat de regering in noodsituaties snel kan handelen.