Kerk & religie

Onveranderlijk

9 April 2002 07:54Gewijzigd op 13 November 2020 23:30

Het is een opmerkelijke tekst die we lezen in 1 Korinthe 10:12: „Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.” Het is zeker dat een kind van God staat in de genade en in het Verbond, maar niettegenstaande dat, kan hij vallen. Hij heeft immers veel vijanden die het er op toeleggen om hem te doen struikelen. Vanbuiten heeft hij de wereld, die hem met alle schoonheid verzoekt. Daarbij heeft hij de duivel, die hem gedurig strikken legt om hem te vangen.Vanbinnen heeft hij een hart dat arglistig is en bedrieglijk en hij is verrast als hij het aan de weet komt. Een kind van God komt echter wel te vallen, maar vervalt niet. Dat is een grote troost voor Gods kinderen. Hun staat is vast in de handen van een onveranderlijke God. „Ik heb u in Mijn beide handpalmen gegraveerd.” Zal ik u eens zeggen waar dat op gegrond is? In dat eeuwig onveranderlijk besluit van God, de eeuwige verkiezing. „De Heere kent degenen die de Zijne zijn”, 2 Timothéüs 2:19. Het is ook gegrond op de vastheid van het onveranderlijke genadeverbond. De vastheid van haar staat is gegrond in de kracht van Christus’ offerande, en de volmaakte genoegdoening van alle zonden die Gods kinderen begaan tot hun dood toe.

Zo is Christus hen geworden een oorzaak van eeuwige zaligheid. Ja, de voorbidding van Christus is krachtig voor Zijn kinderen en kan niet worden afgeslagen.

Kasparus Alardin, predikant te Arnhem (Practicale leerreeden, 1728)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer