Profetisch spreken op het wereldtoneel
Profeten zijn zieners. Profeten in de Bijbel waren dat in het bijzonder met het oog op het Koninkrijk Gods in hun eigen tijd en de toekomende. Maar de geschiedenis kent ook buiten-Bijbelse profeten.
Soms voorzagen deze buiten-Bijbelse profeten wat ging gebeuren in de toekomst. Vaker kenden en doorschouwden zij de eigen tijd, waarschuwend, kwaad ontmaskerend, protesterend, richtingwijzend.
De theoloog dr. Kees van Ekris (programmaleider van Areopagus, het centrum van de missionaire organisatie IZB in Amersfoort) schreef een boek over ”moderne profeten” die in tijden van maatschappelijke crisis op het wereldtoneel optraden. Van Ekris ziet profeten als „mensen die geïnspireerd zijn geraakt door schrijvers, door mensen uit hun jeugd, door gebeurtenissen, door onrecht dat ze meemaakten, door Bijbelverhalen.” Er kwamen momenten in hun leven dat ze iets moesten zeggen of doen. Maar verder waren en zijn het ook gewone mensen, „mensen zoals jij en ik.”
In zijn boek laat Van Ekris acht moderne profeten uit de christelijke traditie aan het woord. Het is de neerslag van de EO-podcastserie die hierover gaat. In deze podcast (moderneprofeten.nl) is telkens een fragment uit het leven van die profeten te horen. Vandaar uit laat Van Ekris licht vallen op het leven van en op de tijd waarin de profeten leefden. Hij omschrijft waar het in het boek over gaat: „Iconische momenten, gebeurtenissen, soms karikaturen die gemaakt werden van de profeten of juist afbeeldingen met veel respect en liefde.” Bovendien vermeldt hij hun inspiratiebronnen en geeft hij het effect van hun woorden weer.
Levensmotto
Ik zet de acht personen om wie het gaat op een rij, met daarbij steeds een citaat van hen dat als een soort levensmotto is opgenomen.
De Amerikaanse baptistenpredikant Martin Luther King (1929-1968): „De waarheid liefhebben en opkomen voor gerechtigheid zal veel van je vragen. Je zult frustratie meemaken. (…) Soms betekent het dat je kind van zes, acht jaar aan je vraagt: Papa, waarom zit je zo vaak in de gevangenis?” King gaf de klaroenstoot –„I have a dream!”– tegen het onrecht jegens de zwarte bevolking van Amerika. Uiteindelijk werd hij vermoord.
De Algerijnse monnik (frère) Christian de Chergé (1937-1996): „Al gaf ik mijn leven op, maar ik had de liefde niet…” De Chergé bepleitte en praktiseerde broederschap met de islamitische dorpelingen in het zwaar gepolariseerde Algerije. In 1966 werd hij met geweld om het leven gebracht.
De Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu (1931-2021): „We kunnen alleen samen mens zijn.” Tutu keerde zich scherp tegen de apartheid in Zuid-Afrika.
De Amerikaanse journaliste Dorothy Day (1897-1980), stichtster van een rooms-katholieke sociale beweging: „Noem me geen heilige. Zo makkelijk kom je niet van me af.” Day protesteerde tegen de sociale ellende tijdens de economische crisis in Amerika voor de Tweede Wereldoorlog en belandde in de gevangenis.
De Nederlandse bisschop Tiny Muskens (1935-2013): „Soms ben ik bang dat zelfs het verlangen naar hoop is gedoofd om te kennen: God, de ander, onszelf.” Muskens zette zich in voor gelijke verdeling van de aardse goederen. „Als iemand arm is… dan mag hij van onze lieve Heer een broodje wegpakken.”
De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906-1945): „Wie ben ik?” Bonhoeffer kwam in 1945 om op het schavot vanwege zijn verzet tegen de nazi’s.
De Franse filosoof/socioloog/theoloog Jacques Ellul (1912-1994): Individuen moeten „vrij worden van de verstikkende krachten van het technische systeem, waarin steeds sneller, meer en goedkoper de leidende principes zijn.”
De Duitse premier Angela Merkel (1954): „Das Geheimnis der Freiheit ist der Mut.” (Het geheim van vrijheid is moed.) In verband met de vluchtelingenproblematiek maakte ze naam met de uitdrukking „Wir schaffen das.” (Het lukt ons wel.)
Christelijke overtuiging
Ekris beschrijft uitvoerig het leven van deze ”moderne profeten” en de zaak waarvoor ze geroepen werden. Daarbij worden ook hun referenties genoemd en soms geciteerd. Het gaat om stemmen op het wereldtoneel. Ze protesteerden vanuit hun christelijke overtuiging tegen maatschappelijk onrecht – wat hetzelfde is als getuigen voor recht. Ze verhieven hun stem tegen armoede, discriminatie, onderdrukking, valse ideologie, godsdiensthaat. Dat betekende dat ze getuigden voor eerlijke verdeling van aards goed, gelijkwaardigheid van mensen, vrijheid van geweten. Daarmee vonden ze (goeddeels) de oudtestamentische profeten aan hun zijde. Ze betoonden sociale bewogenheid in crisissituaties. Daarbij durfden ze, zegt Van Ekris, te lijden, of leerden ze lief te hebben, durfden ze radicaal te zijn, hadden ze lef om te provoceren, waarschuwden ze tegen kwade ontwikkelingen. Al deze aspecten kregen een plek in het boek.
Ik citeer een voorbeeld van profetische radicaliteit. „Toen Desmond Tutu in 1988 in een kerk een toespraak hield barstte de profeet in hem los. Hij zei tegen de niet-aanwezige machthebbers: „Jullie denken dat je God bent. Jullie denken dat je mensen kunt typeren en definiëren als ”eersteklas” en ”tweedeklas”, jullie denken dat je de macht kunt verdelen, dat je kunt doen wat je wilt. Maar jullie zijn maar stervelingen, net als wij. God, de God waar wij in geloven, laat niet met Zich spotten. (…) Kom, stop met dit onrecht, stop met het verdedigen van wat onverdedigbaar is. Want als je dat niet doet, zul je in het stof bijten.”
Meedenken
Wat in het boek te berde wordt gebracht is volgens Ekris „hier en nu nog nét zo relevant” en daarom wil hij datgene waar de moderne profeten voor streden dicht bij de lezer brengen. Bij elk hoofdstuk stelt hij daarom een drietal „ongemakkelijke vragen.” Ze zijn prikkelend: „Radicaal christen en radicaal sociaal”, wat roept dat bij je op? Of: „Op welke manier begrens jij jezelf en bescherm je jezelf tegen de indringende werking van technologie in je leven?”
Profetie zoals die in dit boek wordt gehanteerd is in de gereformeerde traditie een witte raaf. Daarin wordt profetie vaak binnenkerkelijk geduid. Het mag echter genade heten als in crisissituaties in de wereld ook profetische stemmen klinken, zeker als die Bijbels geïnspireerd zijn, zoals bij de acht geportretteerden. Als we maar onderkennen dat een ”Social Gospel” niet volstaat binnen het Koninkrijk Gods. De horizontale lijn mag niet losstaan van de verticale. Bijbelse profeten keerden zich tegen de afvalligheid van het hele volk, coram Deo, met het oog op al Gods inzettingen. De humaniteit bijvoorbeeld van Christian de Chergé is indrukwekkend. Maar broederschap met de moslimgemeenschap, voorzien van een soera uit de Koran, neigt naar een oecumene die syncretistisch van aard is. Hier (en daar) zou ik willen doorvragen bij de auteur. Intussen wens ik hem veel reacties toe op zijn uitdagende vragen.
Boekgegevens
”Moderne profeten”, Kees van Ekris; uitg. Brandaan; 142 blz.; € 24,99