Brief uit Turkije overtuigt Kamer niet
CDA, ChristenUnie en SGP zijn niet tevreden met de brief die de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Gül, eind vorige week via zijn Nederlandse collega Bot naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In zijn brief schrijft Gül dat de Turkse overheid kosten noch moeiten spaart om de wetgeving inzake mensenrechten en godsdienstvrijheid verder aan te passen en effectieve uitvoering van de regels te verzekeren. De Turkse grondwet verzekert dat alle burgers gelijk zijn voor de wet, ongeacht hun religie, aldus Gül. Ten aanzien van mensenrechtenschendingen hanteert de Turkse regering volgens hem een „zero-tolerance-beleid.”
Voor het CDA, dat zeer kritisch staat tegenover het openen van de toetredingsonderhandelingen van de EU met Turkije, is de brief zeer belangrijk. De partij vindt dat het starten van de besprekingen niet aan de orde kan zijn zolang Turkije onvoldoende praktische garanties kan en wil geven dat er een einde komt aan martelpraktijken en intimidatie van religieuze minderheden. De brief stelt CDA-kamerlid Van Dijk op beide punten teleur. „Ik heb er niets nieuws in gezien. Het is een herhaling van zaken die wij al lang wisten.”
Turkije wil ook niet tegemoet komen aan de wens van het CDA dat er een onafhankelijk monitoringscomité komt om martelingen tegen te gaan. Discriminatie van christenen wordt in de brief ontkend. Het CDA handhaaft daarom zijn standpunt dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije niet kunnen worden geopend.
SGP-kamerlid Van der Staaij beschouwt de brief van Gül als „oppervlakkige propaganda. Het is vooral symboolpolitiek. Er staan mooie, algemene zinnetjes in, maar de verbeteringen worden niet echt concreet gemaakt.” Van der Staaij wijst erop dat de rechtspersoonlijkheid van christelijke kerken ondanks alle toezeggingen nog steeds niet is geregeld.
ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet vindt de brief van Gül „te vlak, te optimistisch en te positief over de situatie nu en in het verleden. De brief ademt een sfeer van: er was geen probleem en er is geen probleem, het gaat allemaal goed.” Het baart Rouvoet zorgen dat de Turkse regering niet onderkent dat de godsdienstvrijheid in Turkije nog steeds gebrekkig is. Niet-moslims voelen zich gelijkwaardig aan moslims, stelt Gül. Rouvoet krijgt daar via diverse organisaties echter „andere signalen van.”