Westen eensgezind, maar geen koerswijziging richting Rusland
Voor Oekraïne en tegen Rusland. Het Westen toonde zich donderdag in Brussel opnieuw eensgezind. Kiev wil echter meer – en dat zit er vooralsnog niet in.
Het moest een historische dag worden. Maar liefst drie internationale ontmoetingen op het hoogste niveau stonden in de Belgische hoofdstad gepland: leiders van de NAVO-top, de G7 en de Europese Unie kwamen bij elkaar. Belangrijkste onderwerp van gesprek: de oorlog in Oekraïne. Speciale gast: de Amerikaanse president Joe Biden.
Met drie toppen op één dag werd zeker geschiedenis geschreven. Dat merkten ook de inwoners van Brussel. Want het verkeer lag goeddeels plat en parkeren was in een groot deel van de stad niet toegestaan. Allemaal bedoeld om de colonnes hoogwaardigheidsbekleders en hun gevolg ruim baan te geven.
Inhoudelijk viel vooral de eensgezindheid van de aanwezige leiders op. In het gezamenlijke front dat het Westen al in de aanloop naar de Russische invasie van Oekraïne had gevormd, viel nauwelijks een barstje te bespeuren.
Misrekend
Alleen al daarin heeft de Russische president Vladimir Poetin zich ernstig misrekend, merkte premier Mark Rutte donderdag in Brussel op. „Poetin heeft zich totaal vergist. De sfeer die er hing, was er één van eenheid. We moeten die eenheid met elkaar bewaren en bewaken. Je merkte dat iedereen dat wil.” Die boodschap brachten ook Biden en de andere aanwezige leiders.
De grote vraag is wat Oekraïne aan die uitstraling van solidariteit heeft. Want tot heel veel concrete maatregelen kwam het donderdag niet eens. Zo bereikte de G7 geen overeenstemming over een nieuw sanctiepakket tegen Rusland. In plaats daarvan zetten de zeven rijkste landen in op het dichten van gaten in het bestaande systeem van strafmaatregelen.
Ook de EU wil zich eerst concentreren op het beter laten werken van bestaande strafmaatregelen. Er bestaat bovendien verdeeldheid over nieuwe sancties tegen de Russen. Grootste struikelblok is een mogelijke boycot van Russisch gas. Vooral de Baltische staten willen die maatregel versneld invoeren, maar daarvoor zijn diverse Europese landen nog te veel afhankelijk van Russische leveranties.
De grootste verwachting had Oekraïne van de NAVO. De Oekraïense president Volodimir Zelenski had het bondgenootschap met klem gevraagd om tanks, gevechtsvliegtuigen en andere zware wapens. Daar wil de NAVO echter niet aan, bang om daardoor direct bij het conflict met Rusland te worden betrokken.
De NAVO zegde weliswaar toe Oekraïne van ander oorlogstuig, waaronder raketten en antitankwapens te zullen blijven voorzien, maar verder nam het bondgenootschap vooral maatregelen die op de eigen verdediging zijn gericht.
De NAVO wil zich beter wapenen tegen eventuele Russische aanvallen met chemische, biologische of nucleaire wapens. De defensiesystemen voor dit soort aanvallen worden versterkt, verklaarde secretaris-generaal Jens Stoltenberg donderdag, die overigens een jaar langer mag aanblijven om de organisatie door de huidige crisis te loodsen.
Koerswijziging
Verder stuurt het bondgenootschap extra troepen naar oostelijke lidstaten, zoals Slowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije, om de oostflank verder te versterken.
Tot een militaire koerswijziging van de NAVO kwam het dus donderdag niet. Wel waarschuwde president Biden Moskou nadrukkelijk dat de Verenigde Staten „tot actie zullen overgaan” als Rusland niet-conventionele wapens in Oekraïne inzet. Wat die actie inhoudt, liet hij in het midden.
Met drie toppen op één dag schreef Brussel donderdag geschiedenis. Maar tot historische besluiten kwam het niet.