Nieuwe vissoort in binnenwateren
De Nederlandse binnenwateren hebben er een nieuwe vissoort bij.
De Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) in Nieuwegein meldde zondag dat de afgelopen week twee exemplaren van de zeegrondel zijn aangetroffen in de fuiken van een beroepsvisser op de Lek ter hoogte van Schoonhoven. De vis kwam tot nu toe nog niet voor in de Nederlandse binnenwateren.
De gevangen zeegrondels zijn ongeveer 14 centimeter lang. De vis behoort tot de familie van de grondels (Gobiidae). Kenmerkend voor deze familie zijn de samengegroeide buikvinnen, die als een zuigschijf gebruikt worden om zich vast te houden aan de ondergrond. De rugvin bestaat uit twee gedeelten.
In Nederland leeft een klein aantal soorten grondelachtigen in brak- en zeewater. Het gaat dan onder meer om de brakwatergrondel, de zwarte grondel, het dikkopje en de glasgrondel. Een andere, verwante nieuwkomer die in zoetwater kan leven, de marmergrondel, is de afgelopen jaren vanuit het Donaugebied via het Main-Donaukanaal en de Rijn in Nederland terechtgekomen.
De zeegrondel leeft in zee- en kustwateren, maar kan ook leven in het zoetwatergedeelte van getijdewateren. De vissoort houdt zich vooral op tussen en onder rotsen, maar maakt in de Nederlandse wateren waarschijnlijk gebruik van beschoeiingen van stortsteen, zoals bij kribben.
Van nature komt de zeegrondel voor in relatief warme kustwateren, van Senegal tot aan West-Schotland. De combinatie van warme zomers in de afgelopen jaren en de verbeterde waterkwaliteit van rivier- en kustwater, heeft waarschijnlijk geleid tot de komst van de vis naar de Nederlandse binnenwateren.