Inperking van de bodemvisserij zou een zware slag betekenen voor de een kleine driehonderd schepen tellende Nederlandse kottervloot. Die vist op de Noordzee en Waddenzee onder meer op tong, schol en garnalen met technieken die de zeebodem beroeren, zoals de boomkor.

Donderdag was Van Dalen in het Europees Parlement gastheer bij de oprichting van de European Bottom Fisheries Alliance (EBFA), een alliantie van visserijorganisaties uit veertien EU-lidstaten die meer van 20.000 vissers en 7000 vaartuigen vertegenwoordigen.

Vanwaar de nieuwe organisatie?

„Er is alle reden om ongerust te zijn over de toekomst van de bodemvisserij. Non-gouvernementele organisaties dringen aan op een verbod omdat ze geen beroering van de zeebodem willen.

Ook in de Europese politiek neemt het negatieve sentiment neemt enorm toe, vooral van de kant van de linkse partijen. De EBFA gaat daar tegenin en benadrukt de positieve kanten van de visserij.”

Wat zijn die positieve kanten?

„De visserij levert een bijdrage aan de voedselvoorziening. We zitten in een voedselcrisis door de oorlog in Oekraïne. Die moeten we niet verergeren door de visserij in te perken.

Daar komt bij dat achter iedere visser ook werkgelegenheid aan de wal staat, ongeveer zeven tot tien banen.

In Nederland is dat geconcentreerd in enkele tientallen gemeenten. Voor plaatsen als Vlissingen, Stellendam, Katwijk, Den Helder, Harlingen, Urk en dergelijke zou een verbod een ramp zijn.”

Wat is uw eigen rol?

„Ik sympathiseer met de EBFA maar heb zelf geen rol in die organisatie. Samen met mijn collega’s Schreijer-Pierik (CDA), Ruissen (SGP) en Huitema (VVD) dring ik er bij de Europese Commissie op aan om de pulsvisserij weer toe te laten (techniek voor elektrisch vissen waarvoor sinds enkele jaren een Europees verbod geldt, TR).

De pulskor leidt tot minder bodemberoering, verlaagt het brandstofverbruik van de schepen en dus ook de uitstoot van CO2 en is een selectievere vangstmethode dan de boomkor. Juist de linkse partijen hebben de pulskor de nek omgedraaid. Het is nu wel duidelijk dat dit een heel onverstandig besluit is geweest.”