De werkwijze van het Openbaar Ministerie als het op geheime stukken stuit, deugt wel en mag van de rechter ook in de toekomst gebruikt worden. Het Amsterdamse advocatenkantoor Stibbe had in een kort geding geëist dat het Openbaar Ministerie (OM) helemaal zou stoppen met de manier waarop wordt omgesprongen met mails tussen advocaten en cliënten. Stibbe vertegenwoordigt Box Consultants en ontdekte dat er in het onderzoek correspondentie tussen advocaten en het verdachte bedrijf werd gebruikt in het strafdossier.

Die correspondentie valt in principe onder het zogeheten verschoningsrecht en mag ook niet ingezien worden door partijen die strafrechtelijk onderzoek doen. Als bij inbeslagname van documenten van een verdachte zulke vertrouwelijke mails zitten, moet het OM een onafhankelijk officier van justitie aanwijzen die bepaalt welke informatie vertrouwelijk is en wat wél als bewijsmateriaal mag worden gebruikt.

Hier is het Openbaar Ministerie in de fout gegaan, oordeelt de rechtbank. Voordat de onafhankelijke officier was ingeschakeld om te beoordelen welke informatie vernietigd moet worden, had het onderzoeksteam al maanden inzage gehad in duizenden vertrouwelijke mails. Ook werd onterecht alvast een selectie gemaakt van mails die ter beoordeling aan de onafhankelijke officier moesten worden voorgelegd.

Volgens de rechter deugt de procedure die het OM hanteert en mag die ook in de toekomst gebruikt worden, maar is die in deze zaak niet goed nageleefd. Daarom moeten alle vertrouwelijke stukken alsnog vernietigd worden en verbiedt de rechter nieuwe schendingen van de eigen regels door het OM.