EU veegt kritiek op inperking burgerrechten in Oekraïne van tafel
Kritiek op de omgang van de Oekraïense regering met burgerrechten moet voorlopig worden ingeslikt, vindt de buitenlanddienst van de Europese Unie. Het land heeft wel wat anders aan zijn hoofd en critici laten zich al gauw voor het karretje van aanvaller Rusland spannen, zegt een woordvoerder van buitenlandchef Josep Borrell.
De Oekraïense president Zelenski verbood zondag elf Russischgezinde oppositiepartijen, waaronder die van een belangrijke rivaal. Ook gaf hij opdracht alle landelijke tv-zenders gelijk te schakelen met de staatstelevisie. Dat kwam hem te staan op Russische hoon en een enkele gefronste wenkbrauw in het Westen, al bleef dat beperkt tot uiterst linkse en rechtspopulistische hoek.
Maar Oekraïne vecht op het ogenblik om te overleven en verkeert in staat van beleg, zegt de woordvoerder van Borrell, de hoogste diplomaat van de EU. „Ik denk dat het niet helemaal een passend moment is om te praten over sommige rechten en de ontwikkeling van de democratie.” Het is nu eerst zaak dat er straks „nog een land over is met mensen die van die rechten kunnen genieten”. De regering in Kiev heeft de handen vol „aan het redden van levens van burgers en het afslaan van de brute agressie” van grote buur Rusland. Alles wat zij doet zou in dat teken staan.
Wie Oekraïne afschildert als een land waar de rechten van burgers worden ingeperkt, echoot bovendien Russische propaganda en desinformatie, stelt de woordvoerder. „Er gebeurt niets van dien aard, integendeel.” Het is juist „Rusland dat oorlogsmisdaden pleegt en alle vrijheden en rechten vertrapt die mensen tot voor kort in Oekraïne genoten”.
De EU overlegde voor Rusland de oorlog tegen Oekraïne begon geregeld met Kiev over maatregelen om democratie en rechtsstaat te versterken, memoreert de woordvoerder. Nu heeft het voorrang „om Oekraïne te helpen zijn bevolking te redden en de verdere verwoesting van het land te voorkomen”.