Bouwbedrijf schroeft vanaf medio 2022 fabriekswoningen in elkaar
Bouwbedrijf Van Wijnen zet vanaf de tweede helft van dit jaar woningen in elkaar die uit de fabriek zijn gerold. Met de ‘industriële’ productie van huizen hoopt de onderneming sneller en goedkoper woningen op te leveren, wat moet helpen in de strijd tegen de woningnood. Van Wijnen hoopt met beter betaalbare huizen ook meer marktaandeel te veroveren.
Voor de productie en assemblage van de fabriekswoningen werkt Van Wijnen sinds vorig jaar samen met het Eindhovense technologieconcern VDL Groep. Dat bedrijf maakt in zijn voormalige bussenfabriek in Heerenveen afzonderlijke woningruimtes, zoals badkamers en toiletten, die later op de bouwplaats worden ingebouwd.
Voor de nieuw aanpak moest het bedrijf uit Baarn naar eigen zeggen veel investeren, maar Van Wijnen wist 2021 toch af te sluiten met een hogere winst dan een jaar eerder. Van Wijnen dankte dat hogere resultaat onder andere aan een recordomzet van bijna 1,2 miljard euro, tegenover 1 miljard euro in 2020.
Van Wijnen, met ruim 2100 medewerkers, kijkt positief vooruit. Door de krapte op de woningmarkt wil vrijwel iedere politieke partij in Nederland dat er snel meer huizen bijkomen, dus er zal voorlopig meer dan genoeg werk zijn. Wel zijn er zorgen over de steeds duurdere bouwmaterialen en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, die bijvoorbeeld ook de beschikbaarheid van hout raakt. Daarnaast blijft het voor Van Wijnen lastig om genoeg medewerkers te vinden.