Politicoloog ziet invloed Oekraïne-crisis op verkiezingsopkomst
De focus in de Nederlandse media op de oorlog in Oekraïne heeft vermoedelijk een belangrijke rol gespeeld in de lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat zegt politicoloog aan de Universiteit Leiden Simon Otjes. „Als zelfs de debatten tussen partijleiders die bedoeld zijn om aandacht te generen voor de verkiezingen voor een groot gedeelte over de crisis in Oekraïne gaan, dan zal het voor een grote groep kiezers onduidelijk zijn geweest welke keuze zij in hun gemeente moesten maken.”
Volgens Otjes kregen veel kiezers door die aandacht voor de oorlog waarschijnlijk het gevoel dat de verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad dit keer minder belangrijk waren. Ook ziet hij een trendbreuk met de afgelopen decennia. Bij de afgelopen stembusgang lag de opkomst op ongeveer 50 procent, waar dat bij gemeenteraadsverkiezingen ervoor schommelde rond de 55 procent, stelt de politicoloog.
„Minister Hanke Bruins Slot wil hier onderzoek naar en dat lijkt me geheel gerechtvaardigd. Is het bijvoorbeeld een teken van wantrouwen in de nationale politiek, of juist niet? Op basis van huidig onderzoek lijkt dat onwaarschijnlijk, maar dat zouden we moeten toetsen.”
Lokale partijen kwamen deze verkiezingen opnieuw als grootste uit de bus. Otjes denkt dat de afwezigheid van landelijke partijen als Volt, BIJ1, BBB en Forum voor Democratie (FvD) in sommige gemeentes daar invloed op heeft gehad. „We zien dat kiezers van zo’n landelijke partij die niet beschikbaar is vaak naar lokale partijen gaan.” Ook vermoedt de politicoloog dat gedaald vertrouwen in de landelijke politiek de lokale partijen in de kaart heeft gespeeld.
De lage opkomst bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen ziet Otjes als een punt van zorg. „Verkiezingen geven een representatieve uitslag en gemeenten maken vervolgens beleid dat daarop aansluit. Een beperkte opkomst betekent echter dat een beperkte groep gehoord wordt. Een hoge opkomst dient een democratisch belang, en dat blijft nu achter. Het is belangrijk om te begrijpen of dat tijdelijk is en wat de factoren daarbij zijn.”