PKN presenteert Dienstboek deel II
In de Utrechtse Nicolaïkerk is zaterdagmiddag officieel deel II van het Dienstboek van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) gepresenteerd. In het liturgische handboek zijn onder andere de hertaalde klassieke gereformeerde formulieren opgenomen. Ds. G. D. Kamphuis, voorzitter van de Gereformeerde Bond, is daar blij mee, maar zegt tegelijk „ernstige bezwaren te hebben tegen wezenlijke onderdelen van het Dienstboek.”
Het zaterdagmiddag gepresenteerde ”Dienstboek deel II”, dat vrijdag aan de pers werd gepresenteerd, is de uitkomst van een proces dat zo’n twintig jaar heeft geduurd. In 1998 verscheen het eerste deel van het nieuwe dienstboek. Nu ook deel II is verschenen, krijgen de gemeenten in de PKN tien jaar de tijd de in het dienstboek aangereikte teksten „te beproeven.” Daarna neemt de generale synode een besluit over de kerkelijke status van het boek.
Tijdens de persbijeenkomst maakte dr. B. Plaisier, scriba van de PKN, duidelijk blij te zijn met de verschijning van het dienstboek. Tegelijk gaf hij toe dat in heel veel gemeenten in de kerk alleen de in het dienstboek opgenomen klassieke gereformeerde formulieren zullen worden gebruikt. „Het is een boek dat de komende jaren in de breedte van onze kerk beproefd zal worden. Over tien jaar zullen we dan een moment van evaluatie hebben en een besluit nemen.”
Een van de twee voorzitters van de redactie Dienstboek, ds. P. M. J. Hoogstrate, benadrukte blij te zijn met de opname van de klassieke gereformeerde formulieren in het dienstboek. „Hiermee wordt onderstreept dat de gereformeerde traditie niet een afzonderlijk eiland is in onze kerk, maar juist volop en volwaardig in die kerk aanwezig is.” Dat in de formulieren de naam Heere met drie e’s wordt geschreven, was volgens hem een uitdrukkelijke wens van de Gereformeerde Bond.
Bij een toelichting op de ”Hertaling van de liturgische formulieren uit de gereformeerde traditie” wordt een extra uitleg gegeven over de zinsnede „in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen” die in het ”formulier voor de openbare geloofsbelijdenis” voorkomt. Omdat de protestantse kerkorde in zijn grondslag naast de gereformeerde belijdenisgeschriften ook twee lutherse belijdenisgeschriften heeft opgenomen, kwam uit diverse gemeenten de vraag of ook de lutherse belijdenisgeschriften tot die „belijdenis van de vaderen” gerekend moesten worden. In de toelichting in het dienstboek wordt nu verwezen naar „een door de synode erkend voorbehoud” dat hervormde gemeenten en gereformeerde kerken over deze uitbreiding van de grondslag met de twee lutherse belijdenisgeschriften mogen maken. Daarin kunnen ze aangeven dat ze zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften. „In gemeenten die het genoemde voorbehoud hebben gemaakt, dient bij de ”belijdenis van de vaderen” gedacht te worden aan de invulling die hieraan in de kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk werd gegeven”, aldus de toelichting.
In het dienstboek is ook een hoofdstukje met de titel ”Woorden en gebeden als de wegen scheiden” opgenomen. Volgens prof. dr. M. Barnard, hoogleraar liturgiek aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de redactie Dienstboek, gaat het hier om een verzameling van gebedsteksten die voorgangers kunnen gebruiken in een geval van echtscheiding. „Natuurlijk is in dit hoofdstuk geen orde voor een dienst opgenomen, dat zou niet kunnen”, aldus de hoogleraar.
In het hoofdstuk ”Bediening van de verzoening” worden ook teksten en liturgische vormen geboden voor boetedoening en biecht. „We hebben voor de invulling van dit hoofdstuk heel nauw aangesloten bij Luther en Calvijn”, aldus prof. Barnard. „Vooral de laatste is er namelijk erg duidelijk in dat het in noodsituaties kan voorkomen dat er een luisterend oor en een bevrijdend evangeliewoord gesproken moet worden. Dat de kerk iemand geen absolutie kan schenken, mag daarbij duidelijk zijn. Vergeving schenken kan alleen God.”
Ds. G. D. Kamphuis zegt alleen een „voorlopige” reactie te kunnen geven op deel II van het Dienstboek. „Ik heb nog niet de tijd gehad om alle ruim 1000 bladzijden in het boek door te nemen. Duidelijk is wel dat ik bij de verschijning van dit Dienstboek zeer dubbele gevoelens heb. In de eerste plaats ben ik dankbaar dat de klassiek liturgische formulieren er een plaats in hebben gekregen. Zo hoort het ook. Door het opnemen van de klassieke formulieren blijkt de aandacht voor de blijvende betekenis van de gereformeerde traditie. Ze is een levende en krachtige traditie, die voor de kerk tot zegen is. In de klassiek liturgische formulieren vinden we een sterk onderwijzend karakter, gedragen door een levend geloofsgoed. We hopen dat ook zij die van deze formulieren waren vervreemd er opnieuw hun theologische en geestelijke winst mee zullen doen. Kerk en gemeenten worden herinnerd aan hun wortels in de tijd van de Reformatie, ten diepste aan hun bijbelse wortels”, aldus de voorzitter van de Gereformeerde Bond.
Anderzijds zegt de Amstelveense predikant „ernstige bezwaren” te hebben tegen „wezenlijke” onderdelen van het Dienstboek. „Naast het formulier voor de bediening van de heilige doop is er ook een formulier voor de zegening of het opdragen van zuigelingen. Daarmee ligt niet langer het primaat uitsluitend bij de kinderdoop zoals het was in de traditie van de kerk der eeuwen. Hier ontbreekt een voldoende doordachte visie op Gods verbond, op Gods eenzijdig handelen.”
Als „werkelijk schokkend” ervaart hij het opnemen van een formulier voor de zegening van relaties anders dan tussen man en vrouw. „Vanuit het getuigenis van de Schrift en onze omgang daarmee menen we dat de kerk deze zegen niet kan en niet mag geven. Daarmee vervreemdt ze zich ook van grote delen van de wereldkerk, waaronder de zendingskerken. Wij blijven zeggen dat de kerk deze weg niet kan én mag gaan. De Heilige Schrift geeft, naar onze vaste overtuiging, deze ruimte niet. Zij wijst de weg van het huwelijk tussen man en vrouw. Daarom kan én mag dit in het Dienstboek niet worden opgenomen. Beter ware het om in gehoorzaamheid aan het Woord terug te komen op dit besluit, dat bovendien de kerk op een afschuwelijke manier heeft verdeeld”, aldus ds. Kamphuis.