Twintig jaar voor doodschieten Colombiaan en vriendin
De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdag de 27–jarige Amir A. veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. De rechtbank achtte bewezen dat A. op 2 januari de 34–jarige Colombiaanse drugshandelaar Diego Ortiz Rodriguez en diens 16–jarige vriendin in een woning in de Amsterdamse wijk Venserpolder heeft doodgeschoten.
A. heeft ontkend en voor het overige gezwegen. Het Openbaar Ministerie eiste twee weken geleden een levenslange celstraf tegen de man, die gold als handlanger van slachtoffer Rodriguez. Het tweetal heeft voorafgaand aan de moord ruzie gehad. De rechtbank kwalificeerde het om het leven brengen van het meisje niet, zoals de officier van justitie, als moord, maar als doodslag. Daardoor kwam het college van rechters tot een lagere straf dan geëist. Rodriguez was een bekende van de Nederlandse justitie. Hij is veroordeeld voor de uitvoering van een liquidatie in de onderwereld, maar had zijn straf er inmiddels opzitten.
. Twee medeverdachten van A. werden vrijgesproken van betrokkenheid bij de fatale schietpartij. Een van hen, de 25–jarige J. de G. , leverde een belangrijk deel van het bewijs in de moordzaak door uitvoerige verklaringen af te leggen. Hij wees A. aan als de schutter. De G. werd conform de eis veroordeeld tot zeven jaar cel, wegens een reeks andere misdrijven die voorafgaand aan het dodelijke schietincident zijn gepleegd. Daarbij ging het om de (mislukte) invoer van een partij cocaïne, een gijzeling en een schietpartij.
De andere medeverdachte, de 34–jarige M.N., werd van het gros van deze feiten vrijgesproken. Na een eis van elf jaar cel veroordeelde de rechtbank hem tot 26 maanden.