Amnesty: Russische aanval Tsjernihiv lijkt oorlogsmisdaad
De Russische luchtaanval op de Oekraïense stad Tsjernihiv, waarbij 47 burgers om het leven kwamen, is mogelijk een oorlogsmisdaad. Amnesty International concludeert dat na eigen onderzoek.
Bij de aanval op donderdag 3 maart om ongeveer 12.15 uur werd een klein plein getroffen door meerdere bommen. Volgens Amnesty was het hoogstwaarschijnlijk een Russische luchtaanval waarbij minstens acht ongeleide bommen, ook wel domme bommen genoemd, werden gedropt. Dit was een meedogenloze, willekeurige aanval op mensen die bezig waren met hun dagelijkse bezigheden in hun huizen, straten en winkels, vindt de mensenrechtenorganisatie. De aanklager van het Internationaal Strafhof zou deze luchtaanval moeten onderzoeken als een mogelijke oorlogsmisdaad.
Volgens de autoriteiten kwamen 38 mannen en negen vrouwen om. Mogelijk stonden zij in een rij voor voedsel. Amnesty kon geen militair doelwit identificeren op of dicht bij de plaats van de aanval.
De organisatie wijst erop dat het werpen van ongeleide bommen in bevolkte gebieden in strijd is met het verbod om willekeurige aanvallen op burgers uit te voeren. Dit soort bommen hebben een groot bereik en zijn veel minder nauwkeurig dan precisiegeleide munitie. Videobeelden tonen minstens één opvallende bomkrater met een omvang die wijst op het gebruik van een bom van ongeveer 500 kilo.
Ook de Amerikanen zeggen aanwijzingen te hebben dat de Russen met domme bommen aanvallen uitvoeren. Ze zien steeds meer burgerslachtoffers en groeiende schade aan niet-militaire objecten, meldde een hooggeplaatste Amerikaanse defensiefunctionaris.