Fietsen langs Louvre en Notre Dame
De handigste manier om Parijs te verkennen is per fiets. Sneller en gemakkelijker dan de benenwagen en je komt op plaatsen waar geen auto of bus toegang heeft. Wie gebouwen vanbinnen wil zien, kan dat later lopend doen.
De Franse hoofdstad heeft schoon schip gemaakt. Niet alleen liggen de straten er ’s morgens smetteloos schoongespoten bij, ook zijn de meeste gebouwen van hun roetaanslag ontdaan. Ze zijn weer geel, in plaats van zwart.
”Paris à vélo” verzorgt ”fietstochten met gids”, zoals ook in het Nederlands op de gevel staat. Een gids gaat voorop; tientallen fietsers volgen het oranje vlaggetje op haar bagagedrager; een ’achtervanger’ met vlag waakt over de veiligheid.
„Courage!” wenst de buschauffeur ons met enig leedvermaak toe, maar dat blijkt nauwelijks nodig: lichte fietsen, weinig hoogteverschillen in de straten, en de rest van het verkeer houdt angstvallig afstand, ook als de gids een kruispunt schuin oversteekt. Vreemd is de aanblik van een groep fietsers allang niet meer sinds de Parijzenaren tijdens de langdurige staking van het openbaar vervoer in 1995 de tweewieler ontdekten. Inmiddels is de stad 300 kilometer fietspad rijk. Een deel van de fietsverhuur wordt zelfs gesubsidieerd door de bus- en metromaatschappij. Dat lijkt tegenstrijdig, maar er zit toch logica achter: meer fietsen in de stad betekent minder auto’s en dus minder files waar de bussen last van hebben, redeneert de vervoerder.
De tocht voert over het oudste plein van Parijs -met het paleis van Catharina de Medici-, door de smalle straatjes van de joodse wijk, langs het veelbesproken ’pijpenrek’ Centre de Pompidou naar het koninklijk paleis, het Louvre en kathedralen als St.-Eustache en Notre Dame.
Het gaat van brug naar brug, want de belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zich dicht bij de Seine. Hier ligt de bakermat van vele politieke en culturele ontwikkelingen, hier zorgden revolutie en Verlichting voor omwentelingen die hun invloed tot op de dag van vandaag doen gelden.
Het fietsgezelschap -twintig journalisten uit negen landen- stijgt af bij de St.-Eustache. Binnen luisteren toeristen stil naar de klanken van het Van den Heuvel-orgel. De organist geeft met zijn hoofd heftig de maat aan.
Zandbak
Parijs heeft meer te bieden dan monumenten. De stad en het omliggende Ile-de-France tellen meer dan 450 bossen en tuinen. Een bijzonder exemplaar is de Promenade Plantee, die als een groene long door de Franse hoofdstad loopt: op een vroeger spoorviaduct is een bijna 5 kilometer lange tuin aangelegd, 10 meter boven het stadse rumoer.
Alle 36 bruggen in Parijs zijn verlicht. De Eiffeltoren, het wereldwijde symbool van de Franse hoofdstad, trekt in het donker de aandacht door de 20.000 knipperende lampen die eraan opgehangen zijn. Aan de voet van het 324 meter hoge en 10.100 ton wegende gevaarte stappen we op de Batobus: openbaar vervoer te water, met een riant uitzicht op het monumentale schoons op de wal. De ’bus’ heeft acht haltes.
Van half juli tot eind augustus trekt de Paris Plage inwoners en toeristen naar de Seineoever. Sinds 2002 wordt ruim 3 kilometer weg langs het water gedurende de zomervakantie veranderd in een autoloze boulevard, waar dichte drommen mensen flaneren of in strandstoelen uitkijken over de rivier. Palmbomen en bakken zand moeten het strandidee versterken. In die bakken kunnen de mensen luieren of aan een van de balspelen deelnemen. Er is een klimwal, een waterlabyrint, trampolines en een schilderatelier. In een kleine keet huist een mobiele bibliotheek: boeken lenen met 5 euro als onderpand. Er is zelfs een zwembad opgebouwd. Eén man en vele vrouwen dobberen in het water en volgen de instructies van de badmeester, terwijl vanachter het plexiglas honderden mensen toekijken.
Montmartre
De stad verkennen kan ook via de uitgestippelde wandelroutes. In Montmartre bijvoorbeeld, de wijk naast de Sacre Coeur, is veel meer te ontdekken dan de boetiekjes en straattekenaars op het propvolle marktplein. Ook buiten de paar straten-vol-toeristen is een wandeling de moeite waard. Er staan nog twee oude houten windmolens, er bevindt zich een van de twee originele metro-ingangen die Parijs nog heeft, l’ Eglise Saint-Pierre (de oudste kerk van Parijs) heeft zich hier weten te handhaven en op een muur prijkt een nieuw monument: op 511 tegeltjes staan in 250 talen 311 liefdes- en sympathiebetuigingen genoteerd.
Montmartre was een van de dorpen die buiten de stadsmuur met zijn 55 poorten ontstonden, maar later door Parijs zijn opgeslokt. Lopen in deze wijk is klimmen en klauteren. Middenin is in 1933 een wijngaard aangelegd, als herinnering aan de uitgestrekte wijngaard die deze helling vroeger bedekte. De druiven worden op de eerste zaterdag van oktober geoogst.
De eerste stalen brug die Parijs rijk was, kwam dwars over de begraafplaats aan Avenue Rachel te liggen. Op het kerkhof is elke centimeter benut. Dertigduizend graven liggen er hutje mutje opeen. Sommige tombes reiken tot tussen de spijlen van de brug, als een machteloos protest tegen dit gebrek aan eerbied voor de dood.
Paris à vélo (22 Rue Alphonse Baudin; www.parisvelosympa.com) heeft naast een fietstocht door het hart van Parijs ook tochten door het zuiden en oosten van de stad. Daarnaast kan men de stad zien ontwaken tijdens een tocht die om zes uur ’s morgens begint. Deelname is prijzig: 32,50 euro per volwassene, 13-26 jaar 28 euro, tot 12 jaar 18 euro. Een fiets huren zonder aan een tocht deel te nemen kan ook (halve dag 9,50 euro, hele dag 12,50 euro). Fietsroutes en -regels worden er gratis bijgeleverd. Meer info over Parijs: Maison de la France, 0900-1122332 (0,50 euro p.m.) of www.franceguide.com.