Oliebedrijven profiteren van prijsstijgingen op rode beurzen
Olie- en gasbedrijven waren maandag grote stijgers op de lager gesloten Europese beurzen. Door de verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne gingen veel aandelen in de uitverkoop. De prijzen voor olie en gas gingen echter omhoog na berichten dat de Verenigde Staten en de Europese bondgenoten overwegen Russische olie te boycotten.
Shell stond daardoor met afstand bovenaan in de Amsterdamse AEX-index. Dat aandeel werd 7,5 procent meer waard. Ook branchegenoten als BP (plus 3,8 procent in Londen), TotalEnergies (plus 0,9 procent in Parijs), Eni (plus 4,3 procent in Milaan) en Repsol (plus 4,2 procent in Madrid) behoorden tot de grote winnaars.
Brentolie werd 4,7 procent meer waard en kostte 123,71 dollar voor een vat van 159 liter. Amerikaanse WTI-olie kostte 3 procent meer op 119,16 dollar per vat. Eerder op de dag bereikte de olieprijs het hoogste niveau sinds 2008.
Naast de prijzen voor energie worden ook metalen, tarwe en andere gewassen flink duurder. Dit zal doorwerken in de prijzen die consumenten betalen voor tal van voedingsproducten zoals brood, pasta en andere graanproducten en zal de al hoge inflatie verder aanjagen.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,4 procent lager op 669,04 punten. De MidKap daalde 2,6 procent tot 919,50 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs zakten tot 2 procent. Londen verloor 0,4 procent.
Chipbedrijven toonden herstel op de Amsterdamse beurs. ASMI ging 3 procent omhoog, ASML steeg 1,3 procent. Techinvesteerder Prosus dikte 1,9 procent aan nadat het bekend had gemaakt ruim 700 miljoen euro af te moeten schrijven op zijn Russische bezittingen. Prosus heeft de zelf aangedragen toezichthouders bij het Russische socialemediabedrijf VK gevraagd af te treden. De techinvesteerder bezit ruim een kwart van dat bedrijf.
ING, die van de Nederlandse banken het grootste financiële risico loopt door de oorlog in Oekraïne, kreeg opnieuw een tik van 4,7 procent, na de koersval 10 procent op vrijdag. Ook tankopslagbedrijf Vopak kreeg een klap en daalde 13,3 procent na een adviesverlaging door Jefferies. Luchtvaartcombinatie Air France-KLM leverde ruim 6 procent in door het vooruitzicht van nog hogere brandstofkosten. Kunstmestproducent OCI (plus 6,8 procent) profiteerde juist van hogere prijzen en krapte op de markt voor kunstmest.
De euro was 1,0863 dollar waard, tegenover 1,0911 dollar op vrijdag.