Opinie

Weerwoord: Pleidooi voor ”kleine gezamenlijkheid”

Nu de coronacrisis wegebt, doet de kerk er goed aan te investeren in gemeenschapsvorming. Wat houdt dat in?

Ds. A. A. F. van de Weg
5 March 2022 16:06
„Luther pleitte er al voor om parallel aan de kerkdienst ook samenkomsten voor kleine groepen op te zetten.” beeld iStock
„Luther pleitte er al voor om parallel aan de kerkdienst ook samenkomsten voor kleine groepen op te zetten.” beeld iStock

Wat een vreugde om afgelopen zondag weer met velen samen te komen. Tegelijk lag er een sluier van droefheid over deze zondag vanwege de oorlog in Oekraïne. Vanuit het oorlogsgebied bereikten ons berichten van christenen die elkaar in de ellende bleven opzoeken. Want juist in crisistijd is de onderlinge ontmoeting van christenen een bron van bemoediging en vreugde.

De coronacrisis heeft een aanslag gedaan op de gemeenschapszin van de gemeente. Kerkenraden moeten zich daarom juist nu bezinnen op het belang van gemeenschap en wellicht hun visie op de gemeente herijken. Deze bezinning houdt in dat wij niet vanzelfsprekend terugkeren naar het oude normaal met een exclusieve focus op de zondagse samenkomsten. Die hebben kleinere verbanden nodig, ontmoetingsplaatsen waar men in een ”kleine gezamenlijkheid” elkaar ontmoet. Wat houdt dat in?

18032650.JPG
Ds. A. A. F. van de Weg. beeld RD
Bijbelse gegevens vragen erom de gemeente allereerst te zien als het lichaam van Christus (1 Korinthe 12). Ze is meer dan een verzameling leden die enkel op zondag samenkomen. Volharding in de leer gaat vergezeld van volharding in de gemeenschap (Handelingen 2:42 en 46). Binnen het lichaam van Christus moet betrokkenheid op elkaar gefaciliteerd worden. Dat is bij uitstek een taak voor ambtsdragers. Zij rusten de gemeente toe tot onderling dienstbetoon (Efeze 4:12). Zij zijn het aan hun roeping verplicht om zich erop te bezinnen óf en hóe dit omzien naar elkaar gestalte krijgt. De tijdens de coronacrisis opbloeiende creativiteit om de zondagse samenkomsten te laten doorgaan, schept verwachtingen als we in de komende periode de focus op de ”kleine gezamenlijkheid” willen richten. De vanzelfsprekendheid waarmee deelname aan het gemeentelijk leven tot het bezoeken van de kerkdiensten op zondag wordt beperkt, wordt trouwens gelogenstraft door de reformatorische traditie zélf. In die traditie zijn voldoende aanzetten aanwezig om die ”kleine gezamenlijkheid” te stimuleren. Ter illustratie twee voorbeelden.

Het was Luther die al in 1526 ervoor pleitte om parallel aan de kerkdienst ook samenkomsten voor kleine groepen op te zetten. Hij had het oog op gemeenteleden die „met ernst christen willen zijn en het Evangelie met daad en mond belijden”. We zouden het vandaag Bijbelkringen noemen, waar een open Bijbel en gevouwen handen het centrum vormen en waarbij pastorale en diaconale aandacht aanwezig is.

De wat vergeten theoloog Martin Bucer (1491-1551) pleitte nog explicieter voor cellen, ”christliche Gemeinschaften”, in de gemeente. Hij beoogde ontmoetingsplaatsen als stimulans voor het geheel van de gemeente, broedplaatsen van liefde, oefenplaatsen van groei in afhankelijkheid van en gehoorzaamheid aan Christus. Onze tijd, waarin het vanzelfsprekend is om niet te geloven, vraagt om weerbaarheid. Die kan beoefend worden in kleine kring, waar vragen, aanvechtingen, twijfel en vreugde worden gedeeld.

De oorlog in Oekraïne hangt als een dreigende wolk boven Europa. Wat staat ons te doen? In 1937 verschijnt er een klein boekje met de titel ”Gemeinsames Leben” (”Leven met elkaar”). In hetzelfde jaar wordt Finkenwalde, het predikantenseminarie dat Dietrich Bonhoeffer leidde, op bevel van nazileider Heydrich door de politie gesloten. Terwijl de druk van de staat toeneemt, schrijft Bonhoeffer: „Het wordt gemakkelijk vergeten dat de gemeenschap met de broeders een genadegift is uit het Rijk van God, die ons elke dag ontnomen kan worden, en misschien zal het nog maar een korte tijd zijn die ons van de diepste eenzaamheid scheidt. Wie daarom tot op dit ogenblik een christelijk leven mag leiden tesamen met andere christenen, die moge Gods genade uit het diepst van zijn hart prijzen, God op zijn knieën danken en inzien: het is genade, niets dan genade, dat wij vandaag nog in gemeenschap met andere christenen mogen leven.”

De auteur is predikant van de hersteld hervormde Victorkerk in Apeldoorn. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen. > rd.nl/weerwoord

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer