Is er niet meer ambitie dan roeping?
In een vierdelige briefwisseling gaan Wim van Duijn, SGP-raadslid in Katwijk, en Johan van den Brink, oud-bestuurslid Wetenschappelijk Instituut SGP en ondertekenaar van de petitie-Van der Tang/Van de Fliert, in op het thema ”Vrouwen op lokale SGP-kieslijsten”. Vandaag deel 4 (slot). De vorige delen verschenen op 26 februari, 1 en 3 maart.
Beste Wim,
Dank voor je brief en jammer dat je aangeeft dat ik niet op je hoofdpunt ben ingegaan. Inderdaad heb ik je parodie op cognac en sigaren links laten liggen. Ik heb niks met cognac en sigaren, en ook niet met bier en sigaretten. Wel is het opvallend hoe in je beide brieven ”conservatief” synoniem lijkt te zijn van ongeloofwaardig en vooringenomen. Maar misschien moeten we een keer samen koffiedrinken. Die uitnodiging staat ook open voor de dames van Sapientia, maar die zwijgen verder in alle talen.
De primaire vraag die voorligt, is die naar het Schriftverstaan voor de diverse levensverbanden: huwelijk, arbeid, overheid en kerk. Hoewel het daar in de petitie eigenlijk in directe zin helemaal niet over gaat. Die vraagt alleen om je als politieke vereniging te houden aan je uitgangspunten, en die niet stilletjes in een hoekje te laten verstoffen. Ik onderschrijf, hopelijk samen met alle SGP-leden, in volle bewustzijn en met een vrij geweten, het beginselprogramma. Als je dat als vooringenomenheid ziet, wel, het zij zo. Iedereen kan met volle gewetensvrijheid kiezen voor een andere partij met een ander programma.Het beginselprogramma is een weerslag van gemeenschappelijk verstaan vanuit eerbiedig luisteren naar de Schrift, maar inderdaad niet onveranderlijk of onbespreekbaar. Daarover zijn we het eens. Alleen begrijp ik niet waarom een individuele bijdrage van jou in De Banier van 2005 de claim ”Bijbels” zou hebben, meer dan het vigerende beginselprogramma. Natuurlijk heeft geen van beide het gezag van het Woord. Dat is wat ik kort probeerde te duiden met mijn persoonlijke noot: onvoorwaardelijk buigen is de kern van het christelijk geloof, maar ons verdorven verstand kan zelfs ons Schriftverstaan misvormen. Zonder het persoonlijke aspect van onvoorwaardelijke onderwerping wordt ons luisteren algauw zelfbevestigend redeneren, en hermeneutiek wordt dan filosofie. Daarom kan ontvankelijkheid bij het Bijbellezen niet bestaan zonder zelfreflectie. En voor zelfreflectie is gewetensvorming nodig, persoonlijk en in gemeenschap met anderen, met een diepgewortelde eerbied voor het spreken van de hele Schrift, eerbied die alleen de Geest kan schenken. Daarover zijn we het ook eens.
Wat ik probeerde aan te geven, is dat deze noodzakelijke eerbied niet maar alleen de persoonlijke bevinding raakt, maar vandaar uit alle levensverbanden onder tucht stelt. Wij mensen zijn er maar al te goed in de waarheid in ongerechtigheid ten onder te houden. Dat is mijn diepe bezorgdheid als het gaat over individualistisch verstaan van de Schrift, maar evengoed als het gaat om cultureel verstaan van de Schrift. Bekering kan niet bestaan zonder een shockerende ontdekking. Reformatie krijgt geen gestalte zonder cultuurkritiek en zelfkritiek. Ootmoed en bescheidenheid moeten wortelen in de waarheid, en gaan samen met vurigheid van geest. Dat is het spannende in het christelijke leven, om in gezamenlijkheid te staan in de volle wapenrusting Gods, en niet elkaar in de zij te porren als de vijand eraan komt.
Maar terug naar de taak en roeping van mannen en vrouwen: is er niet meer ambitie dan roeping? Roeping is de basis om je taak uit te voeren. Meer ruimte heeft een mens niet nodig. Over de onderscheiden roeping en taak van mannen en vrouwen geeft de Bijbel voldoende aanwijzingen (een beroep op 1 Timotheüs 2 vind je vast biblicistisch). Vrijwel alle mannen moeten de overheid onderdanig zijn, maar sommigen hebben een andere roeping. Vrijwel geen vrouw is geroepen te regeren, voor (de meesten van) hen is er een veel mooiere taak.
Misschien moeten we eens praten met de Finse politica die vrijmoedig met de Bijbel voor de rechtbank verschijnt. Dat kan leerzaam en bemoedigend zijn, om te verstaan wat onze roeping tot belijden inhoudt. Voor vrouwen en mannen.
Johan van den Brink