Van der Burg blij met steun voor opvang Oekraïense vluchtelingen
Staatssecretaris van Asiel Eric van der Burg ziet dat de manier waarop in Nederland wordt gereageerd op de vluchtelingenstroom uit Oekraïne anders is dan toen er veel mensen vluchtten uit Afghanistan, Syrië of Irak. Toch is hij bovenal blij met de steun die hij nu vanuit Nederland ervaart in deze crisis, zei hij in Op1.
Van der Burg gelooft niet dat er geen enkel verschil zit tussen de houding in de samenleving ten opzichte van mensen uit niet-westerse of overwegend islamitische landen en de Oekraïners. „Dat kunnen we niet zeggen. We zien natuurlijk wel dat het ook echt verschillend is bij sommige plekken en bij sommige mensen.” Verzet zoals er was tegen de komst van Syriërs die vluchtten in 2015 is er vooralsnog niet. Wat daaraan ten grondslag ligt, lichtte de staatssecretaris niet toe. „Maar laten we onze zegeningen tellen.”
De staatssecretaris zegt dat „de mensen ook echt het gevoel hebben de buren te helpen” als het gaat om de Oekraïners. „We zeggen vaak in Nederland dat mensen in de regio moeten worden opgevangen. Op dit moment is West-Europa, is Nederland de regio.” Daarbij prees hij bij Op1 ook de inzet van landen als Polen en Hongarije. Die leveren nu veel steun terwijl ze zich doorgaans juist verzetten tegen de opvang van mensen die op de vlucht zijn uit oorlogsgebieden.
Hoeveel asielzoekers uiteindelijk vanuit Oekraïne naar Nederland komen, durft de VVD’er niet te voorspellen. „Het kunnen kleine aantallen zijn, maar we moeten rekening houden met grote aantallen.”
Eerder op de dag voerde hij hierover overleg met de burgemeesters uit de 25 veiligheidsregio’s. Afgesproken is dat iedere regio op korte termijn duizend opvangplekken realiseert, en op de iets langere termijn nog eens duizend. Momenteel hebben zich 250 tot 300 Oekraïense vluchtelingen formeel aangemeld in Nederland. In werkelijkheid kan het aantal hoger zijn doordat het voor deze groep over het algemeen niet verplicht is zich te melden.