Volgens Van Kemenade staan al die huisartsen bij hem ingeschreven en komen er dagelijks zo’n tien bij. Hij vindt dat veel op een totaal van 8000 huisartsen in Nederland. Het probleem is echter dat deze nieuwe huisartsen geen zin hebben in de solopraktijken die vrijkomen. Zij willen liever in loondienst, groepspraktijken of in andere samenwerkingsverbanden aan de slag.

Het Capaciteitsorgaan, dat in opdracht van de overheid ramingen maakt van het aantal op te leiden artsen, voorspelde vorig jaar dat er in 2012 een tekort zou zijn van bijna 2400 huisartsen. Volgens Van Kemenade is er in bepaalde regio’s zelfs sprake van een overschot aan huisartsen. Directeur R. van Hoeve van het ondersteuningsbureau voor eerstelijnszorg in Amsterdam beaamt dat er doorgaans genoeg sollicitanten zijn. „Wij hebben tot nu toe nog geen leegstand gehad."

Dit jaar maken ongeveer 400 huisartsen hun opleiding af, terwijl er zo’n 300 huisartsen met pensioen gaan. Dat betekent een overschot van 100 stelt Medisch Contact. In 2005 zou dit overschot uit 150 huisartsen bestaan.

Het aantal ziekenfondspatiënten dat geen huisarts heeft, lijkt te zijn afgenomen. Bij zorgverzekeraar CZ stonden er in 2003 5466 ingeschreven. In 2004 zijn het er 5219 op een totaal van 1,3 miljoen verzekerden. Zorg en Zekerheid heeft het over minder dan 1 procent en Univé heeft er ongeveer twintig op een totaal van 500.000 ziekenfondspatiënten. Van de 1,7 miljoen ziekenfondsverzekerden van Agis staat 1,5 procent niet bij de huisarts ingeschreven.

De Landelijke Huisartsenvereniging stelt in het vakblad dat er geen acute situatie is, omdat huisartsen hun praktijken hebben vergroot. In 1987 waren er nog 2297 patiënten per voltijd werkende huisarts, in 2001 was dit aantal opgelopen tot 2529. De huisartsenvereniging wil dat de overheid geld uittrekt voor samenwerkingsverbanden van huisartsenpraktijken om ze voor jonge huisartsen aantrekkelijk te maken.