Aboutaleb erkent tekortkomingen in communicatie rond woonprotest
Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam erkent dat de communicatie tussen driehoek en organisatie in aanloop naar de uit de hand gelopen woondemonstratie in oktober vorig jaar te wensen overliet. De burgemeester schrijft in een brief aan de Rotterdamse gemeenteraad dat ook tijdens het protest het contact tussen politie en demonstranten en de politiediensten onderling „niet optimaal” was.
Enkele partijen vroegen Aboutaleb om uitleg en om te achterhalen wat er tijdens tijdens de zogeheten Woonopstand in de stad is gebeurd. Zo’n 7000 demonstranten vroegen op 17 oktober in Rotterdam aandacht voor een beter landelijk woonbeleid. Tijdens de tocht greep de politie op de Erasmusbrug in. Ruim honderd demonstranten werden ingesloten door de ME en de politie. In totaal werden negen mensen aangehouden. Filmpjes van het soms hardhandige politieoptreden die via sociale media werden verspreid leidden tot felle kritiek.
De Rotterdamse raad uitte zich in een debat na het protest zeer kritisch over het politieoptreden, dat hardhandig en onnodig werd genoemd. Verschillende demonstranten, die tijdens inspraakmomenten soms emotioneel hun ervaringen deelden, spraken van excessief geweld.
De lokale driehoek van gemeente, politie en het Openbaar Ministerie heeft de gang van zaken op verzoek van de raad geëvalueerd. „Politiemensen gebruiken niet zomaar geweld, zeker niet in een situatie waar een grondrecht wordt uitgeoefend. De feiten en omstandigheden op de brug leidden ertoe dat het gebruik van geweld in de ontstane situatie als onvermijdbaar werd ingeschat door de politiemedewerkers”, schrijft Aboutaleb. Toch is volgens hem „het voorkomen van een situatie zoals die zich voor heeft gedaan uiteraard veel wenselijker”. Hij denkt dat voortaan te kunnen bereiken door „in de voorbereiding nog meer aandacht te besteden aan de communicatie tussen de politie en organisatie van een demonstratie.”