Strafhof begint onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag begint officieel met een onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne tijdens de recente Russische invasie. Aanklager Karim Khan laat woensdagavond in een verklaring weten dat 39 landen daartoe hadden verzocht. Het Strafhof is direct begonnen met het inzamelen van bewijsmateriaal van mogelijke oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid.
Khan had eerder al vooronderzoek gedaan naar mogelijke misdaden op de Krim en in de Donbas-regio tussen november 2013 en februari 2014. Hij zoekt nu namens het Strafhof ook uit of het Russische leger tijdens de invasie in Oekraïne oorlogsmisdaden begaat.
Oekraïne is zelf geen lid van het ICC, maar heeft toestemming gegeven voor de onderzoeken. Ook Rusland is geen lid van het ICC en sprak zich eerder uit tegen het vooronderzoek van het Strafhof over de mogelijke oorlogsmisdaden in 2013 en 2014.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Liz Truss, was één van de voorstanders van een onderzoek door het Strafhof. Zij noemde dat „dringend nodig” vanwege de „barbaarse daden van Rusland”. Het regime van president Vladimir Poetin moet wat haar betreft verantwoordelijk worden gehouden.
Volgens Human Rights Watch weerspiegelt het ingestelde onderzoek „de groeiende zorgen van landen over de escalerende wreedheden in Oekraïne”. De mensenrechtenorganisatie stelt dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd, zo zou er bewijs zijn dat er clusterbommen zijn gebruikt bij aanslagen op een kinderdagverblijf en een ziekenhuis. Clusterbommen bevatten tientallen of honderden kleinere bommen en zijn door meer dan honderd landen verboden.
De Verenigde Naties telden sinds het begin van de invasie 227 burgerdoden in Oekraïne.