OPEC en Rusland blijven bij kleine verhoging olieproductie
Oliekartel OPEC en bondgenoten als Rusland, samen bekend als de zogeheten OPEC+, hebben woensdag afgesproken de olieproductie slechts met een kleine stap te verhogen. Daarmee houden ze vast aan eerdere afspraken, ondanks de sterk gestegen olie- en gasprijzen door de Russische aanval op Oekraïne.
De OPEC+ sprak afgelopen zomer af de productie maandelijks met 400.000 vaten per dag te verhogen. Daarmee herstellen de olielanden slechts geleidelijk hun productie. Die hadden ze in het voorjaar van 2020 drastisch verminderd om de vrije val van de olieprijzen als gevolg van de coronapandemie te stoppen.
Onder andere de Verenigde Staten had OPEC, Rusland en andere bondgenoten van het kartel zoals Kazachstan opgeroepen veel meer olie op te pompen. De olieprijzen waren voor het begin van de oorlog in Oekraïne al hoog, maar stijgen nu erg hard omdat er zorgen zijn over de toevoer uit het olierijke Rusland. Westerse sancties tegen het land zouden handelaren ook afschrikken om Russische olie te kopen.
Dat Rusland niet voor een forsere verhoging van de olieproductie pleit is niet verwonderlijk. Door de sterk gestegen prijzen verdient het land goed aan de olie die nog wel wordt verkocht.
Een vat Amerikaanse aardolie was woensdag in de namiddag ruim 6 procent meer waard dan een dag eerder, op net geen 110 dollar per vat. Brentolie, de maatstaf voor olie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten, steeg 6,7 procent tot 112 euro per vat. De adviesprijs voor benzine in Nederland steeg dinsdag 2,8 cent tot 2,265 per liter.