Pluimvee minder vaak gewond bij het vangen voor de slacht
Pluimvee in ons land loopt de laatste jaren minder verwondingen op bij het vangen in de stal voor het vervoer naar het slachthuis. Dat meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op basis van het aantal geconstateerde overtredingen van de regels.
Het aantal pluimveebevolkingen (‘koppels’) van een Nederlandse stal dat met meer dan 2 procent met zogenoemd vangletstel te kampen had, ging flink omlaag. Het ging van 27 procent in 2017 naar 4 procent in 2021. Daarmee steekt Nederland gunstig af ten opzichte van het buitenland.
De NVWA controleert volgens eigen zeggen „regelmatig steekproefsgewijs en risicogericht”. Ook wordt het naleven van de regels periodiek op grote schaal gemeten. De wettelijke norm voor letsel is 0 procent, maar wegens vangletsel wordt een boete opgelegd als er in één stal bij meer dan 2 procent van de vogels vangletsel is geconstateerd.
Tijdens de naleefmeting in 2021 was 53 procent van het pluimvee dat in Nederland geslacht werd ook van Nederlandse komaf en de rest van buitenlandse origine. Die laatste groep had het zwaarder te verduren gehad. „Het aantal koppels met overtredingen afkomstig uit het buitenland is nagenoeg gelijk gebleven, terwijl het aantal koppels met overtredingen in Nederland sterk is afgenomen”, zag de NVWA. Het aantal koppels met overtredingen afkomstig uit het buitenland bleef steken op 24 procent.
De NVWA gaat in gesprek met de buitenlandse autoriteiten om deze cijfers te bespreken „en te kijken hoe dit verbeterd kan gaan worden.” De Nederlandse autoriteit vraagt ook de sector om buitenlandse pluimveehouders aan te spreken op onnodige mishandeling.
„We zijn natuurlijk blij met het verminderen van vangletsel bij Nederlands pluimvee. Vangletsel betekent een ernstige aantasting van het dierenwelzijn, ieder dier met vangletsel is er één te veel”, zegt Lisette de Ruigh, directeur keuren bij de NVWA. Ze denkt dat het ook in Nederland nog beter kan. Daarom komt een nieuw boetesysteem, dat betekent dat een pluimveestalhouder apart wordt beboet voor iedere stal waarin het misgaat en niet voor zijn hele bedrijf met eventueel meerdere stallen ineens.
De eerste boete is 1500 euro en daarna wordt deze telkens met 1500 euro verhoogd. Nu krijgt een bedrijf met bijvoorbeeld vijf koppels een boete van 1500 euro, maar als er in alle stallen van deze onderneming te veel misgaat, wordt dat 7500 euro.