Europees karretje later naar Mars door sancties tegen Rusland
Een onbemande Europese verkenner die later dit jaar naar Mars zou vertrekken, loopt waarschijnlijk jaren vertraging op. Dat laat de Europese ruimtevaartorganisatie ESA weten. Voor de missie werkt Europa samen met Rusland. Dat heeft strenge sancties opgelegd gekregen vanwege de invasie in Oekraïne.
De gezamenlijke missie heet Exomars. Europa bouwt het rijdende laboratorium, de Rosalind Franklin. Rusland zorgt voor het vaartuig dat het karretje naar Mars moet brengen en de lander die het op het oppervlak van Mars moet afzetten.
De lancering stond gepland voor september. In juni volgend jaar zou de verkenner dan moeten aankomen op Mars. Maar de sancties, en de gespannen verhoudingen tussen Rusland en het Westen, maken een lancering dit jaar zeer onwaarschijnlijk, aldus de ESA.
Vluchten naar Mars kunnen niet zomaar op elk moment vertrekken, omdat de afstand tussen de beide planeten soms te groot is. Een keer in de ongeveer twee jaar staan de twee planeten dicht bij elkaar, en dat is het ideale moment om de lange en moeilijke oversteek te maken. De komende zogenoemde launch window loopt van augustus tot november dit jaar. De eerstvolgende mogelijkheid om te lanceren is tussen september 2024 en mei 2025. De reis duurt vervolgens ongeveer negen maanden, dus de Rosalind Franklin zou op zijn vroegst tussen juni 2025 en februari 2026 aankomen.
Ruimtevaart was de laatste jaren een van de weinige gebieden waar Rusland en westerse landen met elkaar samenwerkten. Rusland, Europa, de Verenigde Staten, Canada en Japan beheren samen het internationale ruimtestation ISS. Veel bemanningsleden, onder wie de Nederlandse astronaut André Kuipers, zijn gelanceerd vanuit de Russische ruimtebasis Bajkonoer in Kazachstan. In reactie op de sancties heeft de Russische ruimtevaartorganisatie Roskosmos de medewerkers teruggetrokken van de Europese ruimtebasis Kourou in Frans-Guyana. Vanaf daar zijn in de afgelopen jaren tientallen satellieten met een Russische Sojoez-raket in een baan rond de aarde gebracht.
Rusland heeft ook gedreigd het ISS te laten verbranden in de dampkring. Het ruimtestation draait op een hoogte van ruim 400 kilometer boven de aarde. Door de zwaartekracht zakt het langzaam. Om dat tegen te gaan geven Russische motoren het station van tijd tot tijd een duw, zodat het weer in een hogere baan komt. Als dat niet zou gebeuren, zou het ISS uiteindelijk vergaan.