Hoekstra: Nederland wil ‘fair share’ doen bij opvang Oekraïners
De Nederlandse regering wil haar „fair share” bijdragen aan de opvang van mensen die het oorlogsgeweld in Oekraïne ontvluchten. Dat zei minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) maandag in debat met de Tweede Kamer. Honderdduizenden mensen zijn Oekraïne sinds vorige week ontvlucht.
Hoekstra merkte op dat het kabinet zich in het verleden voorstander toonde van het opvangen van vluchtelingen, in de regio waar ze vandaan komen. „Dit is onze regio, dit is Europa”, aldus Hoekstra. „Het kabinet vindt dat we hier moeten kijken, samen met de Europese Unie, hoe je dit op een fatsoenlijke manier doet. „Nederland zal zijn fair share moeten, kunnen en willen bijdragen.”
Hoekstra prees de buurlanden van Oekraïne, die het leeuwendeel van de vluchtelingen tot dusver hebben opgenomen. Hij merkte daarbij op dat deze landen, zoals Polen en Hongarije, in het verleden „niet altijd vooraan stonden” als er opvang voor vluchtelingen moest worden geregeld.
Maar als het die landen te veel wordt „dan moet Nederland meer doen”, vindt Hoekstra.
Hoekstra’s uitspraken sluiten aan bij wat staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) vrijdag zei, na afloop van de ministerraad. Die gaf aan dat er al voorbereidingen worden getroffen om mensen hier op te vangen.
Beide bewindslieden waren ruimhartiger in hun uitspraken dan premier Mark Rutte. „Binnen bestaande afspraken en kaders kijken we wat we kunnen doen”, zei hij afgelopen donderdag, de dag dat Rusland Oekraïne binnenviel.