Eerbetoon aan slachtoffers Slag in de Javazee
„Mensen offeren hun leven in de strijd tegen een meedogenloze agressor.” Het gaat dan over de Slag in de Javazee, op 27 februari 1942. En over de strijd in Oekraïne, op 27 februari 2022.
De actualiteit was niet ver weg toen zaterdagmorgen in de Haagse Kloosterkerk werd stilgestaan bij het treffen in de Javazee dat 915 Nederlandse en Nederlands-Indische marinemannen het leven kostte. „Als we bidden: „Uw Koninkrijk kome”, denken we aan een rijk van vrede en gerechtigheid. Dan denken we aan wat er in Oekraïne gebeurt”, zei vlootpredikant ds. G. J. van der Ende.
Prinses Beatrix woonde de herdenking in de Kloosterkerk bij. Uitvoerig bekeek ze het nieuwe schilderij dat van de Slag in de Javazee is gemaakt. Het laat iets zien van plichtsbetrachting tegenover een vijandelijke overmacht, licht schilder Maarten Platje toe. „Het is een eerbetoon aan iedereen die trachtte te beschermen wat hun dierbaar was.”
In drie maanden tijd (december 1941-maart 1942) kostte de strijd tegen de Japanse veroveraar ruim 1600 Nederlandse marinemannen het leven. Meer dan de helft van hen vond de dood tijdens de Slag in de Javazee. Op 27 en 28 februari 1942 deed het Nederlandse eskader onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman daar samen met Australische, Engelse en Amerikaanse schepen een manmoedige poging de Japanse invasie op Java te voorkomen.
„All ships follow me”, seinde Doorman. En ze gingen de strijd aan, al waren ze kansloos. Tijdens de slag, die –met onderbrekingen– ruim zeven uren duurde, ging Doormans eskader grotendeels ten onder. Van de veertien schepen kregen er meerdere een voltreffer. Ze verdwenen in de golven of moesten zich vanwege opgelopen schade terugtrekken. Tijdens en vlak na de slag sneuvelden ook bijna 1200 bondgenoten uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Japan maakte bijna vierduizend mannen krijgsgevangen.
Geplunderd graf
Doormans kleindochter Louise zag het portret van haar grootvader in haar ouderlijk huis aan de muur hangen, maar er werden geen verhalen bij verteld, zei ze zaterdag. Zeven jaar was ze toen ze fantaseerde dat ze hem ging ophalen. Hij moest inmiddels 85 zijn. Op een onbewoond eiland stond hij op het strand. „Daar ben je dan”, zei hij; ze weet het nog precies.
Maar ach, het was geen werkelijkheid. Het verdriet erover drong zich pas op toen defensieminister Hennis in november 2016 bekendmaakte dat de wrakken van de kruisers De Ruyter en Java en een groot deel van torpedobootjager Kortenaer niet meer op de rampplek aanwezig bleken te zijn. Weggeroofd, waarschijnlijk. De schending van het oorlogsgraf was geconstateerd toen een duikersteam voor het Karel Doorman Fonds naar de zeebodem afdaalde.
De ring van opa
Drie jaar later reisde Louise met haar ouders door Java en Australië, langs de plaatsen waar haar vader had gewoond en waarheen hij was gevlucht voordat hij de rest van de oorlog in New York doorbracht. Het was op de ochtend van 24 februari 1942 dat Karel Doorman afscheid nam van zijn vrouw en zesjarige zoontje, die hij liet vluchten. Hij bracht Kees en Koos, de twee blauwe papegaaien, naar de buren. Toen schreef hij zijn laatste brief, in de overtuiging dat hij niet zou terugkeren uit de zeeslag die wachtte.
Zijn kleindochter spreekt nu over de vijf schepen die in 1598 probeerden Indië te bereiken: Geloof, Hoop, Liefde, Trouwe en Blijde Boodschap. Het enige schip dat uiteindelijk in Japan belandde, was Liefde. Dat doet Louise Doorman denken aan wat Paulus schreef: „Het grootste is de liefde. In geen enkele zee is de liefde vergaan. Ook niet de liefde tot onze voorouders. Zij zijn een deel van ons.”
Dat laat ze zien. „Karel Doorman trouwde in 1934 met Isa, zijn tweede vrouw. Hij droeg die dag een ring waarin zijn bijnaam stond: Tank.” Die ring is de wereld rondgegaan. Louise steekt haar linkerhand omhoog. „Ik draag hem vandaag aan mijn pink.”
Onverhoedse aanval
Een vliegboot bracht Doormans vrouw en zoontje Theo in 1942 naar Australië. Op het moment dat iedereen zich veilig waande, werden ze aangevallen door Japanse vliegtuigen. Het kostte 48 Nederlanders het leven, onder wie 32 vrouwen en kinderen. Isa en Theo waren vanuit de vliegboot in zee gesprongen nadat de vleugel boven hen vlam vatte. Het duurde een uur voordat een sloep hen oppikte. In het water had de jonge Doorman een schampschot opgelopen. Ds. Van der Ende zegt over de slachtoffers: „Zij allen zijn gekend door de Eeuwige. Moge u dit tot troost zijn.”
Door de Kloosterkerk galmen acht slagen op de scheepsbel van de Hr. Ms. De Ruyter, het vlaggenschip van Doorman dat ten onder ging. Geluid door Jan Vonk, wiens vader de ondergang van de De Ruyter én drieënhalf jaar Japanse krijgsgevangenschap overleefde.
Keuze voor vrijheid
Henk Kleijn, die zich vrijwillig bij de marine had gemeld, was 17 jaar toen hij in Soerabaja de trossen van de Hr. Ms. De Ruyter losgooide. Hij zag schout-bij-nacht Doorman op de brug van het schip staan. Voor het laatst. Zelf zag hij drieënhalf jaar later vanaf de Japanse scheepswerf waar hij moest werken hoe een atoombom Nagasaki verwoestte.
Velen vielen in 1942 in de strijd tegen de agressor. De 97-jarige Kleijn zegt het nu vol ontroering: „Zij werden niet oud als wij die leven in hoge ouderdom, hen zal de ouderdom niet vermoeien, de jaren zullen hen niet afmatten.” Een jonge matroos van Hr. Ms. Karel Doorman: „Telkens als de zon ondergaat en elke morgen opnieuw blijven wij hen gedenken.” Alle aanwezigen: „Wij blijven hen gedenken.”
Vice-admiraal Tas –commandant zeestrijdkrachten– spreekt over „mensen die de keuze maakten om te vechten, die loyaal waren aan de keuze om in vrijheid te leven.” Niet alleen toen. „Ook vandaag.”