Kleine gemeenten bundelen krachten in netwerk K80
Kleine gemeenten in Nederland bundelen sinds vrijdag hun krachten in een officieel netwerk: K80. Het wordt voor hen de spreekbuis en het lobbyorgaan richting rijksoverheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Gemeentelijke netwerken zijn er meer, zoals G4 van de vier grootste gemeenten, G40 van de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners of met grotestadsproblemen, M50 van middelgrote gemeenten en P10 van de 29 grootste plattelandsgemeenten.
Gemeentefonds
Directe aanleiding van K80 was de herijking van het Gemeentefonds, waaruit gemeenten geld van het Rijk ontvangen om hun taken uit te voeren. Die herverdeling leek voor kleine gemeenten (tot circa 20.000 inwoners) zeer negatief uit te pakken. „Het specifieke belang van deze gemeenten bleef in deze discussie onderbelicht”, zegt wethouder Hans Olthof van Olst-Wijhe. „Simpelweg omdat er voor ons geen platform bestond dat dit geluid kon vertolken.”
Negen gemeenten kaartten het probleem met succes aan op de ledenvergadering van de VNG: Olst-Wijhe, Renswoude, Rozendaal, Alphen-Chaam, Enkhuizen, Beesel, Hilvarenbeek, Nederweert en Dantumadiel. Sindsdien werken ze op verschillende fronten ambtelijk en bestuurlijk samen. Olthof: „We ontdekten dat we méér met elkaar gemeen hebben dan die ene kwestie van het Gemeentefonds. In veel onderwerpen zagen we gezamenlijke belangen en vraagstukken waarin kennis delen van waarde zou kunnen zijn.”
Omgevingswet
Als informele overleggroep wordt K80 al standaard uitgenodigd door de VNG en vaak ook door het Rijk als er behoefte is aan overleg met de gemeentelijke netwerken. Zo is een groep van wethouders met de Omgevingswet in hun portefeuille in gesprek gegaan met de verantwoordelijke minister over de invoering en uitwerking van de wet in kleine gemeenten.
Om „de belangenbehartiging nog beter te kunnen doen”, bleek volgens Olthof „een lichte formele organisatie” wenselijk. Het cijfer ”80” duidt op het aantal gemeenten dat kan aansluiten. Samen tellen ze circa 1,15 miljoen inwoners, 6,8 procent van de kiesgerechtigden in Nederland.