Binnenland

Moslims mijden evangelisatiepost Uden

Moslims zijn banger geworden sinds de islamitische basisschool Bedir in Uden in vlammen opging, merkt de in Uden werkende evangelist P. Pols. „Ze hebben angst om onder de mensen te komen, of zelfs onder het Woord.” Van het voorwerp van hun angst, veelal rechts-extremistische groepjes jongeren, merkt de evangelist echter niet veel. „Die zullen er ongetwijfeld zijn, maar ik hoor daar niets van.”

Jacob Hoekman
9 December 2004 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 01:58

Lonsdale-jongeren worden ze genoemd, naar hun favoriete kledingmerk. Laat Ons Nederlanders Samen De Allochtonen Langzaam Elimineren, betekent het merk in hun ogen. Ook komen er de letters n, s, d en a in voor, die volgens de jongeren overeenkomst tonen met de NSDAP, de vroegere Duitse nazi-partij. De rechts-extremistische groepen zouden met name in dorpen in Limburg en het oosten van Noord-Brabant een veel voorkomend verschijnsel zijn. Ook in Uden zou de zogeheten Harde Kern Uden haar best doen allochtonen weg te krijgen uit het dorp.

De hervormde evangelist Pols werkt drieënhalve dag per week in een evangelisatiepost in Uden. „Ik heb in mijn werk daar wel te maken met mensen die in het criminele circuit zitten”, zegt de evangelist, „maar van dergelijke racistische uitspattingen weet ik weinig af.”

Bemerkt u bij de jongeren waarmee u tijdens het evangelisatiewerk in aanraking komt wel eens racistische tendensen?

„Nee, dat kan ik niet zeggen. We hebben in Uden een kinderclub voor jongeren tot een jaar of 13, 14. Verder verspreiden we bijbels bij scholen. Maar daar gaan ze je niet over hun criminele activiteiten vertellen. Ook in de dienst die we in de evangelisatiepost houden, merk ik daar weinig van. Dat is ook niet zo gek. Mensen die bij ons naar de dienst komen, doen dat immers niet zomaar uit gewoonte. Die kiezen daar echt voor.”

Is de sfeer in Uden veranderd nadat daar de basisschool Bedir in brand werd gestoken?

„Zeker. De moslims die ik tegenkom, zijn in veel gevallen banger geworden. Bang om zich in veel publiek te mengen, of zelfs bang om in de dienst van onze evangelisatiepost te komen. Als je dan soms hoort dat ze gedoopt willen worden, moet je hen extra bemoedigen.

Natuurlijk hebben we tijdens de bijbelstudie over de brand gesproken, maar vervolgens hebben we toch de draad van de bijbelstudie weer opgepakt. Daar hecht ik veel meer waarde aan. Vanuit het Woord kan ik hun zeggen dat ook zij een schepsel van God zijn, en dat Jezus Christus ook voor hen wilde komen.”

Is er onder allochtonen een grotere aversie in de richting van autochtonen ontstaan na de brand, zodat u in uw werk wellicht bemoeilijkt wordt?

„Nee, soms merk ik juist iets van het omgekeerde. Pas nog had ik een gesprek met vijf moslims. We begonnen algemeen over God te spreken, waarna ik heb gezegd: „Ik ben protestants-christelijk. Willen jullie nog verder met me praten of niet?” Toen heb ik beslist geen aversie bemerkt. Wilt u nog eens terugkomen? vroeg een van die mannen juist. Ik denk echt dat we niet zo angstig moeten zijn, maar juist veel vrijmoediger als het over het Evangelie gaat.

Overigens bemerk ik wel iets van die aversie in steden als Den Haag, waar we ook Bijbels uitdelen. Toen zijn ze wel eens naar me toe gekomen: „Als je hier volgende week niet staat met de koran, word je in elkaar geslagen.” Maar juist dan is het belangrijk om te laten zien in Wie je gelooft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer