Vroeg bidden
Psalm 5:3b
„Want tot U zal ik bidden.”
„Wie”, zo zegt iemand misschien, „bidt er niet tot God?” Velen denken dat ze tot God bidden. Maar ze doen dat als een vertoning voor de mensen. Maar zo is het niet met de bede van de bruid! Zij richtte zich tot God Zelf en liet al het menselijke voor wat het was. U zult vroeg horen naar mijn stem. Ziet u de toewijding en het toegenegen hart? „Vanaf het begin van de dag”, zegt zij, „doe ik dit bidden al.” Laat dit horen aan hen die pas aan bidden toekomen, nadat zij zelf een enorme berg werk hebben verzet.
Zo ging het bij haar niet. Zij gaf vanaf het begin van de dag haar eerstelingen aan God. Want de dichter zegt: „Voor de opkomst van de zon moeten we U danken en voor het opgaan van het licht moeten we U ontmoeten en tot U spreken.” U zou het bij de koning niet accepteren als een geringere persoon dan u eerder dan u de beurt neemt om voor de koning te buigen. Maar nu de zon Hem eert, als het geschapene van de natuur, nu slaapt u zelf en gaat u uit eigen beweging van de zetel van de natuur af en bent u de hele schepping niet meer voor, die vanwege u geschapen is. Zo betoont u God geen dankbaarheid!
Johannes Chrysostomus, aartsbisschop te Constantinopel
(”Psalm 5”; 2010)