Oekraïne vraagt VN-lidstaten om hulp tegen Rusland
Oekraïne heeft de VN-lidstaten gevraagd om hulp tegen de „agressieve plannen” van Rusland. Buitenlandminister Dmytro Koeleba waarschuwde andere landen dat „niemand deze crisis kan uitzitten” als de situatie uit de hand loopt.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties hield de jaarlijkse bijeenkomst over de strijd in Oost-Oekraïne. Deze viel woensdag samen met de opgelopen spanningen in die regio. Moskou erkent sinds maandag de twee zelfverklaarde republieken in het oosten van Oekraïne als onafhankelijk. De pro-Russische separatisten daar zijn sinds 2014 in oorlog met de regering in Kiev. Rusland gaat daar naar eigen zeggen vredestroepen naartoe sturen.
De Russische ambassadeur voor de VN, Vasili Nebenzja, verdedigde zijn land door te wijzen op de burgeroorlog. Volgens hem kan Rusland niet niks doen terwijl er in Oost-Oekraïne een „genocide” gaande is tegen Russisch sprekenden. Ook uitte hij kritiek op VN-chef António Guterres.
De secretaris-generaal van de volkerenorganisatie had eerder gezegd dat de wereld bij escalatie een omvangrijk en hevig conflict kan verwachten op een niveau dat al jaren niet meer is gezien. Ook verwerpt hij de Russische beschuldigingen van genocide.
De Amerikaanse ambassadeur Linda Thomas-Greenfield zei dat er niet vanaf de zijlijn moet worden toegekeken, maar dat het tijd is om „samen aan Rusland te laten zien dat het geïsoleerd en alleen staat met zijn agressieve acties”. Volgens Koeleba kan Rusland gedwongen worden zijn plannen op te geven door onder meer „actieve diplomatie, scherpe politieke boodschappen en zware sancties”.