Opinie

Taal: voer voor discussies

Kennis van de Nederlandse taal holt achteruit. ”Mijn fiets” wordt, ook in geschreven tekst, steeds vaker ”me fiets”. Dit kunnen we toch niet laten gebeuren met onze mooie taal.

Elisabeth Michels-van Spelden
23 February 2022 10:31
„In plaats van taal voor iedereen schijnbaar makkelijker te maken, is het beter om te onderwijzen in de taal.”  beeld iStock
„In plaats van taal voor iedereen schijnbaar makkelijker te maken, is het beter om te onderwijzen in de taal.”  beeld iStock

De Nederlandse taal is moeilijk, dat staat buiten kijf. Daarbij zijn er binnen de taal talloze dialecten die ook nog heel verschillend kunnen zijn. Zo komt mijn vader uit het Westland en mijn moeder uit Brabant en ben ik daar tussenin opgegroeid. Mijn dialect is dus een leuke mengelmoes, en ik word nogal eens gecorrigeerd door mijn man. Kennen en kunnen haal ik snel door elkaar. Ik weet wel wat het verschil is, maar in het spreken verwissel ik kon en kende vaak, en ik ben niet opgegroeid maar grootgekommen. Sommige dialecten liggen bovendien zo ver uit elkaar dat men elkaar niet meer goed kan verstaan. Ik heb dat bijvoorbeeld met het Fries, het ‘dialect’ waar mijn man mee is opgegroeid. Oeps, nu haken er misschien wat Friezen af.

Maar de geschreven taal is toch voor iedereen gelijk. Als pure, stamppot etende, kaas snoepende Hollander (laten we niet de discussie aangaan over Hollander of Nederlander) kan ik me de laatste tijd ontzettend ergeren aan de achteruitgang van de taalkennis in Nederland.

Ja, iedereen verwisselt weleens een d en een t. Ook het bekende foutje ”groter als” in plaats van ”groter dan” (wat we wel in de Duitse taal zien) is nog zeer aanwezig. Om over interpunctie maar te zwijgen. Ook ik maak me daar schuldig aan.

s’ Avonds

Maar ik zie ook fouten van een andere orde. Een van de problemen die ik tegenwoordig steeds vaker tegenkom, is dat ”mijn” geschreven wordt als ”me”. In het dialect zeg je inderdaad sneller m’n fiets of wordt zelfs die n nog weggelaten waardoor het me fiets wordt. Maar het is schrijnend om te zien dat mensen niet eens meer weten dat dat fout is. Dan kom ik meteen bij een andere ergernis: het gebruik van de apostrof. Ik weet niet of deze als ouderwets wordt ervaren of verdrongen is door de sms-taal, maar ik mis de apostrof heel vaak. Het viel me zelfs op dat de autocorrectie van mijn telefoon ’s avonds verbeterde in s’ avonds. Zeer bedroevend.

En als we het dan hebben over ouderwetse taal, dan merk ik ook op dat alles schijnbaar per se moderner moet worden. Zeker in het christelijk geloof is de religieuze taal uit de Bijbel en in de kerken anders dan de moderne taal. Daarom komen er nieuwe Bijbelvertalingen en nieuwe psalmberijmingen en liederen. Ik ben er niet op tegen dat deze geactualiseerd worden, maar ik hou toch ook wel van traditie. Als er werkwoordsvormen aangepast worden waardoor er een heel andere betekenis ontstaat, krijg ik de kriebels. Neem als voorbeeld de zegenbede in de kerk. Het is een gedeelte uit de Bijbel dat als wens wordt uitgesproken: „De Heere zegene u en Hij behoede u.” Als daarvan wordt gemaakt: „De Heere zegent u en behoedt u”, dan is dat geen wens meer, maar een gegeven. Ik vind dit een wezenlijk verschil.

U zeggen

En hieruit volgt mijn laatste ergernis. In het moderniseren zit ook een sociale kwestie. Tegenwoordig moet iedereen gelijk zijn, en dat komt ook terug in de taal. Het ”u” zeggen wordt niet alleen steeds minder aangeleerd, het wordt zelfs afgeleerd. Als ik mensen aanspreek met u dan „voelen ze zich oud”, is mij verteld. Leeftijd heeft echter niets met respect te maken. Ja, het is waar dat respect vaker wordt getoond aan mensen die ouder zijn, denk aan opa en oma of de juffrouw op school. Maar de dokter hoeft niet ouder te zijn. Persoonlijk vind ik het lastig om hierin mijn standpunt vast te houden. Als iemand tegen mij zegt: „Zeg maar ”jij” hoor”, dan ontstaat er een paradox. Ik kan respect tonen door op die wens in te gaan, maar tegelijk voelt het respectloos om ”jij” te zeggen.

Het is nu niet meer zomaar terug te draaien, dat jij-zeggen. En het kromme van deze situatie is dat andersom het verzoek om u te zeggen als zeer hoogmoedig wordt gezien. Terwijl er op zich niets dan respect uit spreekt. Ik hou ontzettend veel van mijn ouders en ik voel geen drempel om naar ze toe te gaan, ook al spreek ik hen aan met ”u”. De relatie is daardoor niet anders! We zijn niet allemaal gelijk, en dat is maar goed ook. Wees blij met het respect dat u ontvangt van een u-zegger en ontmoedig dit niet.

In plaats van taal voor iedereen schijnbaar makkelijker te maken, is het beter om te onderwijzen in de taal. Het is een onderdeel van onze Nederlandse cultuur, die door alle buitenlandse invloeden steeds verder ontnederlandst. Ondanks alle dialecten hou ik toch het meeste van ABN. Dat heet geen ABN meer omdat mensen dan blijkbaar weer op hun teentjes zijn getrapt, maar dat is wederom een andere discussie. Ja, het Nederlands is moeilijk, maar juist ook veelzijdig, dus hierbij mijn oproep om de Nederlandse taal in onze harten levend te houden!

De auteur is hydrografisch surveyor bij een baggerbedrijf en aanstaande moeder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer