Utrecht biedt excuses aan voor eigen slavernijverleden
Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht heeft woensdagochtend namens het college van burgemeester en wethouders haar excuses aangeboden voor het aandeel van het stadsbestuur in het slavernijverleden. Hoewel Utrecht nooit grote koloniale instituties heeft gehad, is ze toch nauw verbonden met de Nederlandse slavernijgeschiedenis, toonde onderzoek in opdracht van de gemeente aan.
Als extra gebaar kunnen nazaten van tot slaafgemaakte mensen hun achternaam kosteloos wijzigen. Vorig jaar diende de gemeenteraad een motie in om zo’n achternaamswijziging eenvoudiger en goedkoper te maken. Deze mogelijkheid wordt op dit moment door het Rijk juridisch verder onderzocht, maar de gemeente Utrecht zet nu al een stap naar voren. De stad betaalt de kosten om de achternaam te veranderen. „Utrecht is de eerste gemeente die dit doet”, meldt een woordvoerder van de burgemeester.
De Domstad besteedt dit jaar op verschillende manieren aandacht aan „de pijnlijke bladzijde in de Utrechtse geschiedenis”. „Erkenning van dit akelige hoofdstuk maakt dat wij lessen kunnen trekken voor de toekomst. Bovendien laten we nazaten van slachtoffers zien dat wij onze geschiedenis niet vergeten, maar juist het gesprek aangaan over het slavernijverleden en de gevolgen hiervan. Laat dit een voorbeeld zijn voor het kabinet om op landelijk niveau excuses te maken, want dit is breder dan Utrecht alleen”, zo zegt Dijksma tijdens een speciale bijeenkomst in de Janskerk.
De afgelopen tijd maakten meerdere steden al excuses voor deelname in het koloniale en slavernijverleden. Rotterdam deed dat in december, en Amsterdam in juli vorig jaar.