Kamer boos over Belgische tegenwerking HSL
Een meerderheid van PvdA en CDA in de Tweede Kamer wil België onder grote druk zetten om mee te werken aan de snelle treinverbinding tussen Amsterdam en Brussel, de HSL-Zuid.
Minister Peijs van Verkeer zei woensdag in de Kamer dat er flinke onenigheid met de Belgen is over het koppelen van Den Haag en Breda aan de lijn. Verantwoordelijk vice-premier Vande Lanotte heeft bepaalde mondelinge toezeggingen pas na lang aandringen zwart-op-wit vastgelegd, maar niet alle, zei de minister.
PvdA-woordvoerster Dijksma wil dat de Belgen betaald zetten. „Alle dossiers mag U in stelling brengen." CDA-collega Van Hijum sloot zich daar bij aan. De dossiers waarom het vooral gaat, zijn de heropening van de IJzeren Rijn-goederenspoorlijn die Antwerpen verbindt met Duitsland en die over Nederlands grondgebied loopt. Het tweede gaat over de verdieping van de Westerschelde, die de Antwerpse haven toegankelijker moet maken voor grote schepen.
De minister zint ook op een reactie, maar wilde niet zeggen tot hoever zij daarbij wil gaan. Zij vindt dat de Belgische staat zich aan het afgesloten verdrag moet houden en het Belgische spoorwegbedrijf (NMBS) als mede-exploitant van de HSL-Zuid aan zijn verplichtingen herinneren. „Nederland stelt zich keurig op in de zaak van de IJzeren Rijn en de Westerschelde. Ik verwacht dat de Belgen zich even netjes opstellen.”
Volgens Vande Lanotte vreest de NMBS, dat al diep in het rood staat, nieuwe verliezen door het bedienen van Breda en Den Haag. Eerder werd al duidelijk dat de totale reistijd richting Brussel zeventien minuten langer zal uitvallen dan was voorzien, deels door uitstel van investeringen in het Belgische spoor. Acht minuten oponthoud is blijvend.