Deskundige: Russische cyberaanvallen op Europa heel reëel
Rusland is in staat om grote cyberaanvallen uit te voeren, en de kans is „heel reëel” dat die de komende tijd ook tegen Europese landen worden ingezet. Maar de angst voor tegenaanvallen is wat de Russen tot nu toe terughoudend maakt, zegt Kenneth Lasoen, die bij Instituut Clingendael gespecialiseerd is in cyberoorlog.
Volgens Lasoen zijn de afgelopen weken wel al veel digitale ‘pesterijtjes’ geweest. „Cybervandalisme, criminele activiteiten, je kunt wel concluderen dat er een vrij rechtstreeks verband is met de situatie rond Oekraïne. De vraag is of Rusland de stap zet naar iets dat ernstiger kan worden. De mensen die instaan voor onze cyberverdediging gaan slapeloze nachten tegemoet.”
Oekraïne zal het eerste doelwit van de Russische staatshackers zijn, aldus Lasoen. „Het land is sinds 2014 continu slachtoffer van cyberaanvallen, maar we kunnen een nog veel groter offensief verwachten. Kiev heeft ingezet op een adequate verdediging, maar de vraag is of die hiertoe uitgerust is.”
Maar ook andere Europese landen zijn voor Rusland een legitiem doelwit. „Stel dat ze de financiële markten een paar uur buiten bedrijf weten te houden. Dat kost een land miljarden.”
Europese burgers zijn de laatsten die zulke aanvallen voelen, benadrukt Lasoen. „Het kan zijn dat je mobiele telefoon even slecht bereik heeft, dat je internet langzaam is, dat een app het niet doet of dat je geen geld kunt pinnen. Zulke problemen kunnen ook allemaal door technische storingen veroorzaakt zijn.”
De Europese systemen hebben allerlei voorzorgsmaatregelen ingebouwd, allemaal schotten die systemen van elkaar afschermen om een infectie tegen te houden. „Maar we weten ook dat Rusland virtuele wapens in zijn la heeft die tot nu toe niet zijn ingezet. Kunnen ze met een druk op de knop het licht in heel Europa uitdoen? Vermoedelijk wel, die kans is vrij groot.”
Rusland weet echter dat westerse landen ook in staat zijn tot een tegenaanval. Lasoen: „Stel dat er slachtoffers vallen, dan moet je net iets destructiever reageren. En dan wordt het gevaarlijk. Het is de klassieke dynamiek van oorlogsvoering. Iemand slaat, een ander slaat terug. De een schopt, de ander schopt terug. De een trekt vervolgens een mes, de ander een pistool. Hoe ernstiger die wapens, hoe groter de kans dat het uitmondt in een echt conflict. Dat kan als een boomerang in het gezicht terugkomen. Laat ons hopen dat Rusland nog zo rationeel denkt.”