Hoofdverdachte afpersingszaak Hedel ontkent aansturen aanslagen
Een van de hoofdverdachten in de afpersingszaak in Hedel ontkent betrokken te zijn bij de aanslagen op woningen van medewerkers van fruitbedrijf De Groot Fresh Group. „Ik heb hier helemaal niets mee te maken”, zei Yassine A. (21) maandag in de rechtbank in Arnhem.
Het Openbaar Ministerie beschouwt Hilversummer A. als rechterhand en doorgeefluik van zijn halfbroer Ali G. (36) bij het organiseren van de reeks aanslagen met brandbommen in 2020. Volgens het OM heeft A. bij negen aanslagen in Rosmalen, Kerkdriel, Hedel, Hilversum, Tiel, Breda en Vlijmen op de achtergrond uitvoerders geregeld en betaald. Dat deed hij onder supervisie van zijn halfbroer, zegt justitie.
Medewerkers van fruitbedrijf De Groot worden al sinds 2019 bedreigd. Toen is een lading cocaïne aangetroffen in een van de fruittransporten en heeft het fruitbedrijf de politie ingelicht. Het bedrijf ontving daarna dreig-sms’jes, die volgens het OM mede door A. zijn verstuurd. Ook dat ontkent A.
Het OM baseert zich onder meer op verklaringen van een medeverdachte in de zaak, die tijdens een undercoveractie van de politie is ondervraagd. Undercoveragenten deden zich voor als criminelen en trokken hem in een busje om hem te ondervragen.
In het ouderlijk huis van A. is in een lade een lijst van medewerkers van De Groot Fresh Group gevonden, met daarop de vingerafdrukken van A. en aantekeningen van vermoedelijk zijn halfbroer.
Slachtoffers van de aanslagen in Hedel en Kerkdriel maakten gebruik van hun spreekrecht. „We zijn door het oog van de naald gekropen”, aldus de broers die hun ouderlijk huis in Hedel in vlammen zagen opgaan nadat in november 2020 een explosief naar binnen was gegooid. Ze sprongen van de eerste verdieping uit het raam, vertelde een van hen op emotionele wijze. Hij liep daarbij snijwonden, brandwonden en een gebroken pols op. Beide broers kampen nog met psychische schade.
De slachtoffers uit Kerkdriel kregen met twee aanslagen in een jaar te maken, in het voorjaar van 2020 werd hun woning beschoten, in november overleefden ze een brandbom . „We voelden ons niet meer veilig in onze eigen woning”, zei hun advocaat namens de slachtoffers. Het leidde tot een gedwongen woningverkoop.
De rechtbank trekt twee dagen uit voor de behandeling van de zaak van A. Maandagmiddag worden de strafeisen verwacht, zijn advocaat houdt morgen zijn pleidooi.
Tegen zes uitvoerders van de aanslagen eiste het OM eerder (deels voorwaardelijke) celstraffen van drie tot negen jaar. Ali G. staat in juni terecht.