Tata Steel: aantal ‘ongewone voorvallen’ zegt niets over ernst
Het aantal zogeheten ongewone voorvallen zegt niets over de ernst daarvan. Dat stelt Tata Steel in reactie op een bericht in de Volkskrant over duizenden van dergelijke incidenten. „Alles dat niet tot de reguliere processen behoort, wordt als ongewoon voorval gerekend”, aldus het staalbedrijf. „Dat loopt uiteen van het omvallen van een vaatje olie in een fabriek tot een bermbrandje, het fakkelen van gassen tijdens onderhoud en de uitstoot van stoffen door een procesverstoring.”
Ook de toezichthouder beaamt dat het aantal meldingen - 10.231 sinds 2014 - niets zegt over de ernst van deze incidenten. „Tata Steel rapporteert meer dan formeel vanuit de wetgeving vereist is”, vertelt een woordvoerster. Het kan daarbij inderdaad gaan om iets met weinig milieugevolgen, zoals het morsen van olie. Staalfabriek Tata Steel meldde al deze ‘ongewone voorvallen’ bij toezichthouder Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG).
De meer dan 1000 voorvallen per jaar sinds eind 2014 zijn volgens Tata Steel bovendien te verklaren door de omvang van het fabriekencomplex. „Het gaat hier om een fabrieksterrein van 750 hectare (vergelijkbaar met de gemeente Bussum) met zeventien fabrieken en installaties waar 9000 eigen medewerkers en duizenden medewerkers van andere bedrijven 365 dagen per jaar 24 uur per dag aan het werk zijn.”
Verder laat Tata weten dat het bedrijf veel geld investeert in oplossingen om de uitstoot van schadelijke stoffen zoveel mogelijk te reduceren. Die investeringen worden soms ook ingegeven door de wens om ongewone voorvallen, zoals affakkelen van gas, te beperken.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) signaleerde in een eerder gepubliceerd rapport dat in de omgeving van Tata Steel veel hogere concentraties metalen en zogeheten PAK’s worden gemeten dan te rijmen is met de opgegeven cijfers. Het RIVM heeft de oorzaken voor het verschil tussen de gemeten waardes en de berekende waardes op papier niet onderzocht. Wel noemde het instituut een aantal mogelijke oorzaken, zoals bijvoorbeeld dat het aantal incidenten bij het staalbedrijf misschien wordt onderschat. Naar aanleiding van dit rapport gaat toezichthouder OD NZKG kijken of de registratie van de uitstoot preciezer kan worden gemeten.