Nederlandse: Ik heb er vrede mee hier te zijn
Martine van Wijk, werkzaam in het evangelisch-anglicaanse ziekenhuis St.-Luke’s in Nablus, houdt maandag rekening met de komst van tientallen gewonden.
Haar ziekenhuis bevindt zich op ruim een kilometer van de kashba, het oude, dichtbevolkte centrum van Nablus, waar zware vuurgevechten plaatsvinden tussen het Israëlische leger en Palestijnse strijders. Van Wijk is een Nederlandse verpleegkundige in Nablus die onder meer door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) wordt gesteund.
In de kashba bevinden zich tientallen gewonden in veldhospitaals. Het leger staat niet toe dat zij naar de ziekenhuizen worden vervoerd, aldus Palestijnse bronnen. „We weten niet wat er gebeurt als er toestemming wordt gegeven de gewonden eruit te halen”, zegt Van Wijk. „We houden in elk geval rekening met de komst van vele gewonden. We denken dat mensen hun familieleden naar het ziekenhuis zullen dragen. Dertig zwaargewonden in de kashba moeten onmiddellijk worden geopereerd. Zij zullen over vijf ziekenhuizen in Nablus worden verdeeld.”
Tot nu toe heeft het ziekenhuis slechts één gewonde binnengekregen die in de buik was geraakt en een gescheurde lever had opgelopen. Het betreft waarschijnlijk een burger die uit het raam keek of op straat liep. Door de afsluiting van de stad door het leger de afgelopen tijd heeft het ziekenhuis geen kans gezien de voorraad medicamenten op peil te houden. „We hebben een enorm te kort aan bloed”, zegt Van Wijk. „Met de medicijnen kunnen we een of twee zwaargewonde patiënten helpen. Dan zijn ze op.” Mensen in Nazareth -een Arabische stad in Israël- hopen snel nieuwe voorraden medicamenten te kunnen zenden.
Het gebied rondom het ziekenhuis bevindt zich onder uitgaansverbod. Het ziekenhuis krijgt elektriciteit van een generator. Helikopters schieten vanuit de lucht granaten naar gewapende Palestijnen in de kasba. Hulzen van ruim tien centimeter lang vallen neer op het ziekenhuisterrein. „Dinsdagavond belde het Nederlandse consulaat om te zeggen dat ze me nog weg konden halen met een pantserauto. Ik had nog een nacht bedenktijd. Maar ik besloot in overleg met andere christenen te blijven. Ik heb er vrede mee hier te zijn. De drie jaar die ik hier u zit hebben me daarvoor een basis gegeven. Ik wil proberen er samen met de mensen hier er door heen te gaan.”
Generaal-majoor Dan Harel, hoofd van militaire operaties, zegt dat het leger geen ambulances toestaat op plaatsen waar wordt gevochten. Op momenten dat de vuurgevechten worden onderbroken zouden de ambulances de gebieden wel binnen mogen. De maatregel is volgens hem bedoeld om te voorkomen dat de ambulances getroffen worden. Tijdens de onderbrekingen geeft het leger de gewapende Palestijnen ook kans zich over te geven. De Hamas-beweging geeft leiding aan de gevechten in de kasba. Harel vermoedt dat de kasba vandaag helemaal onder de controle van het leger zal komen. Volgens een andere bron in het leger zijn in de kasba ten minste dertig Palestijnen gedood.
Het Israëlische leger heeft de meeste Palestijnse steden op de Westelijke Jordaanoever opnieuw bezet na een lange serie terreuraanslagen op Israëliërs burgers, waarvan de zwaarste op 27 april in het Park Hotel in Netanya plaatsvond. Daarbij werden 27 mensen gedood.
Het leger trok ook de steden Beit Jala, Bethlehem en Beth Sahour ten zuiden van Jeruzalem weer binnen. Alleen de belangrijkste heilige plaats in dit gebied, de Geboortekerk in Bethlehem, bevindt zich nog in de handen van de Palestijnse opstandelingen. Het leger wil voorkomen dat de eeuwenoude basiliek wordt beschadigd. Via diplomatieke en kerkelijke kringen probeert Israël de gewapende Palestijnen kerk te bewegen zich over te geven. In de kerk bevinden zich ook geestelijken. Christenen in de buurt van de kerk zeggen dat ze al enkele dagen onder uitgaansverbod zitten. De gezinnen zijn afgesloten van elektriciteit.
Dr. Mitri Raheb, een Palestijnse voorganger van de lutherse kerk in het centrum van Bethlehem, meldt dat soldaten afgelopen donderdag een inval hebben gedaan in het convent van zijn kerk. Ze hebben zijn kantoor doorzocht en hem gedwongen in de hoek van zijn kantoor te zitten. Een winkel van de kerk en het plein voor de kerk raakten zwaar beschadigd. De soldaten verlieten het convent na tussenkomst van een commandant.
De 32 Palestijnse gehandicapten en hun zeventien Nederlandse en drie Duitse begeleiders in tehuis Jemima in Beit Jala maken het goed, aldus Peter ’t Lam van Jemima. „De kinderen hebben eigenlijk niet dramatisch op de gebeurtenissen gereageerd”, zegt ’t Lam. „Sommigen zijn wat drukker dan normaal. Maar ze kunnen in de buurt van het huis nog rondhollen en fietsen.”
’t Lam zegt dat de medewerkers van Jemima geen hinder hebben ondervonden bij het doen van inkopen. „Zelfs de noodvoorraden hebben we niet aan hoeven breken. Zaterdag en zondag konden auto’s rijden.” Het leger heeft niet vanuit Beit Jala op Palestijnse verzetshaarden bij de Bethlehem Universiteit geschoten, zoals bij de vorige inval van het leger in Beit Jala het geval was. Het leger heeft ook geen huiszoeking gedaan in Jemima, zoals bij sommige andere huizen in Beit Jala. Hij stelt dat een van de moeilijkste dingen de afgelopen dagen het gebrek was aan betrouwbaar nieuws. Van de twaalf twaalf Arabische medewerkers kunnen er vier niet op hun werk komen.