Bouwwethouder: geen grootschalige woningleegstand in Rotterdam
Het klopt niet dat er relatief veel dure huurwoningen leeg staan in Rotterdam. Dat stelde de Rotterdamse bouwwethouder Bas Kurvers in een gemeenteraadsdebat donderdag over de woningmarkt in de stad. „Er is geen grootschalige leegstand in het Rotterdamse.”
De PvdA, ChristenUnie (CU), DENK en GroenLinks wilden van de wethouder weten of het klopt dat er ondanks de krapte op de woningmarkt in Rotterdam 8,5 procent van de huurwoningen met een huur vanaf 1250 euro per maand leeg staat, zoals het AD eind januari schreef.
Die cijfers kloppen niet, aldus de wethouder, die zei gebeld te hebben met het onderzoeksbureau verantwoordelijk voor die cijfers. Het bureau onderzocht wat de woningmarkt in alle segmenten in heel Nederland doet, maar deed daarbij volgens de wethouder geen representatieve steekproef voor Rotterdam. „De basis van die steekproef was tien Rotterdamse woningen. Het bureau gaf achteraf ook aan dat ze dat statement ook niet op die manier hebben kunnen maken.”
Wat de leegstand in de stad dan wel is, is moeilijk te bepalen, aldus Kurvers. In de praktijk kan niet altijd getoetst worden of mensen ook daadwerkelijk in een woning wonen. Dat komt doordat er geen zicht is op de vrije maar versnipperde sector en doordat mensen die korter dan zes maanden in Rotterdam wonen zich niet in hoeven schrijven. „De leegstandscijfers hebben we niet accuraat, maar uit een belronde met woningcorporaties blijkt dat nieuwbouwprojecten goed worden verkocht en verhuurd.” Wel kon de wethouder de administratieve leegstand benoemen, die gemeten wordt op basis van een peildatum. „Voor het hoge segment is dat 5,5 procent en voor woningen in het sociale segment 13,3 procent.”