De naam van het nieuwe concern wordt Campina Arla. Het hoofdkantoor komt in de Deense hoofdstad Kopenhagen, maar Campina blijft aanwezig in Zaltbommel. De huidige topman van de Nederlandse coöperatie, de Nederlander T. Sanders, komt aan het hoofd te staan van de op te richten combinatie.

Arla Foods, dat naast melk van het merk Arla en boter van Lurpak ook ’blauwe’ kaas (Danish Blue) maakt, is met een jaaromzet van 6,5 miljard euro aanzienlijk groter dan zijn Nederlandse concurrent (jaaromzet 3,7 miljard euro). Gezamenlijk hebben de ondernemingen 28.000 medewerkers.

Arla en Campina zijn eigendom van in totaal 21.000 melkveehouders. Zij moeten in het voorjaar van 2005 hun oordeel vellen over de plannen van de twee coöperaties.

„De ondernemingen vullen elkaar uitstekend aan, waardoor een perfecte synergie ontstaat”, aldus de bedrijven. Arla richt zich met melk, yoghurt en desserts vooral op Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. Campina is met dezelfde producten voornamelijk actief in de Benelux, Duitsland, Griekenland en Rusland. Ook kaas en boter brengen de coöperaties in verschillende landen aan de man.

Door de spreiding zal het nieuwe bedrijf geen dominante marktpositie krijgen in deze landen, zegt Sanders. Hij verwacht daarom dat de Europese Commissie niet zal dwarsliggen. De Campina–topman hoopt op een fiat van de kartelautoriteiten vóór 1 juli.

Campina Arla voorziet forse kostenbesparingen door schaalvoordelen en een effectievere productie. Sanders verwacht dat de fusie een jaarlijkse besparing van 150 miljoen euro zal opleveren. Dit betekent dat de melkprijs met 1,5 eurocent per liter zou kunnen stijgen.

De besparingen zijn noodzakelijk om boeren, die samen eigenaar zijn van de coöperatie, een goede prijs te kunnen garanderen voor hun melk. In Nederland hebben melkveehouders moeite het hoofd boven water te houden door de lage melkprijs. Kostenbesparingen zijn bovendien essentieel wegens de toenemende concurrentie als gevolg van de liberalisering van de wereldmarkt voor zuivelproducten.

De kostenvoordelen moeten binnen vier jaar gerealiseerd zijn, onder meer door een sterkere positie in onderhandelingen met supermarkten en toeleveranciers, het bundelen van onderzoek en ontwikkeling en het sluiten van een klein aantal fabrieken.

Op dit moment hebben Campina en Arla samen 86 fabrieken. Nederlandse werknemers hoeven volgens Sanders nauwelijks te vrezen voor hun baan. „In Nederland zal het banenverlies buitengewoon gering zijn.” Groei is het kernwoord in de strategie van Campina Arla. Door schaalgrootte hoopt het bedrijf de strijd met de concurrentie aan te kunnen. Daarnaast zet het nieuwe bedrijf sterk in op innovatie, aldus Sanders. Volgens hem bieden hoogwaardige ingrediënten gemaakt van melk, bijvoorbeeld voor medicijnfabrikanten, een belangrijke kans. Campina neemt hierop alvast een voorschot met de investering van 50 miljoen euro in zijn fabriek in Veghel, die dit soort ingrediënten maakt.

Verder richt Campina Arla zijn pijlen op Azië, waar Campina al voorzichtig is begonnen zijn producten te verkopen. „De groeimarkten liggen de komende tijd vooral in Azië,” zegt Sanders. De geruchten over een fusie tussen Campina en Arla deden al langer de ronde. Campina was al sinds 22 april in onderhandelingen met Arla. De Scandinaviërs zeiden vorige week nog in gesprek te zijn met vijf Europese zuivelcoöperaties over een mogelijk samengaan. Campina had echter de voorkeur van Arla.

Campina heeft niet serieus overwogen om met Friesland Coberco, de andere grote zuivelcoöperatie van Nederland, te fuseren. Te verwachten bezwaren van de kartelautoriteiten en verschillen in bedrijfscultuur zaten daarachter, aldus Sanders.