De stemming op de beurzen bleef voorzichtig in afwachting van de verdere ontwikkelingen rond Oekraïne. De directe dreiging van een Russische inval in het land lijkt momenteel te zijn geweken en de hoop op een diplomatieke oplossing voor het conflict is toegenomen, maar beleggers blijven op hun hoede.

De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,5 procent in de plus op 758,71 punten. De MidKap klom 0,8 procent tot 1058,17 punten. Frankfurt verloor 0,1 procent en Parijs bleef vlak. Londen daalde 0,2 procent na een verdere stijging van de Britse inflatie tot het hoogste niveau in bijna dertig jaar.

Ahold Delhaize zakte dik 5 procent. Het concern bleef profiteren van de coronacrisis en boekte afgelopen kwartaal meer omzet. De resultaten in het slotkwartaal waren volgens topman Frans Muller beter dan voorzien ondanks uitdagingen in de toeleveringsketen en inflatiedruk. Muller verklaarde daarnaast er alles aan te doen om de prijzen in de supermarkt niet te hard te laten oplopen.

In de MidKap was Alfen veruit de sterkste stijger met een koerswinst van 14 procent. Het bedrijf profiteert naar eigen zeggen volop van de energietransitie die op stoom komt en boekte afgelopen jaar flink meer winst. Vopak zakte 4 procent. Het tankopslagbedrijf, dat ook met cijfers kwam, liet weten dat de opslagtanks minder goed gevuld waren vanwege de hoge olieprijs.

Betaalbedrijf Adyen (plus 3,5 procent) profiteerde van een koopadvies van Deutsche Bank en was de grootste stijger in de AEX. Heineken steeg 2 procent. De brouwer verkocht in 2021 meer bier, waarbij klanten volgens het concern sneller kiezen voor de wat duurdere biertjes. Het concern denkt dit jaar wel last te krijgen van inflatie. Zo zijn de prijzen van grondstoffen, vervoer en energie flink gestegen en zal de brouwer die gaan doorberekenen aan klanten.

In Stockholm kelderde Ericsson 10 procent na berichten dat de Zweedse fabrikant van netwerkapparatuur mogelijk betalingen heeft gedaan aan terreurorganisatie IS om toegang te krijgen tot bepaalde transportroutes in Irak.

De euro was 1,1379 dollar waard, tegen 1,1357 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 1 procent tot 92,96 dollar. Brentolie kostte ook 1 procent meer, op 94,20 dollar per vat.